Stellingen
over digitale architectuur
Stelling 1. Het zal blijken
dat de belangrijkste architecten van de eenentwintigste eeuw de architecten
van de digitale wereld zijn.
Deze nieuwe loot aan het architectuurdenken zal een veel grotere impact
krijgen op het functioneren van mens, onderneming en maatschappij dan
de architectuur van de fysieke wereld.
Ik ben er echter ook van overtuigd dat er in de toekomst mixed teams zullen
ontstaan van fysieke architecten en digitale architecten, gezien de vervlechting
van de beide werelden. Daarom is de houding van het SBA inzake het alleenrecht van de architectentitel voor de fysieke wereld
beslist ongepast en niet meer van deze tijd. Dit blokkeert een synthese
tussen de architecturen van de beide werelden.
Stelling 2. Veel onbegrip
over digitale architectuur komt doordat architectuur in de digitale wereld
veel abstracter is dan architectuur in de fysieke wereld.
Hierdoor hebben sommige fysieke architecten nog wat moeite om een beeld
te vormen van een architect in de IT-sector. Voorts is het artefact onder
beschouwing veel dynamischer, wat veel hogere eisen stelt aan de onderhavige
architectuur.
Veel problemen in de digitale architectuur zijn ook veel complexer dan
in de fysieke wereld. Het zal blijken dat door de wat fundamentelere opstelling
die wordt vereist van enterprise architecten zij uiteindelijk zullen komen
tot oplossingswijzen die ook leerzaam zullen zijn in de stedenbouwkundige
architectuur. De complexe problemen in de stedenbouwkundige architectuur
zijn immers de toegankelijkheid van de stad en de afvoer van het afval.
Stelling 3. De wanorde in
het applicatielandschap en de IT-infrastructuur bij veel ondernemingen
wordt veroorzaakt door een gebrek aan digitale architectuur.
Een slechte enterprise-architectuur werkt als een dwangbuis voor de onderneming.
Elke onderneming heeft echter een enterprise-architectuur, veelal een
impliciete, niet bewuste. Een impliciete enterprise-architectuur zou echter
best een slechte kunnen zijn.
Veel ondernemingen hebben ten onrechte de indruk dat de problematiek in
de IT kan worden opgelost met meer IT in plaats van het concipiëren van
een heldere enterprise architectuur met de daarbij horende domeinarchitecturen.
IT toevoegen bij IT-problemen heeft vaak het zelfde effect als olie op
het vuur gooien. Je bent druk in de weer, maar het wakkert de problemen
alleen maar aan.
Stelling 4. Met goede digitale
architectuur zijn er minder automatiseerders nodig en minder personeel
om infrastructuur en applicaties in de lucht te houden.
In plaats van alsmaar meer mensen te moeten (om)scholen, wordt het tijd
dat het vakgebied daadwerkelijk wordt 'verdiept' door architectuur centraal
te stellen. Een volwassen digitale architectuur is nodig om de kwaliteit
van inzet en gebruik van IT-middelen op een hoger peil te krijgen; zo'n
beslissing heeft direct impact op het rendement in bedrijfsleven, overheid
en samenleving.
Omdat de meeste ondernemingen nog steeds veel te veel IT-ers aan het werk
hebben, geldt de bekende vuistregel: wat één IT-er kan presteren in één
week, kunnen twee IT-ers in twee weken.
Stelling 5. Een brede academische
vooropleiding is een absolute voorwaarde voor een bekwame digitale architect.
Er is grote behoefte aan architectuuropleidingen op academisch niveau.
Een digitale architect dient naast architectuurkennis ook voldoende kennis
te hebben van bedrijfskundige, sociologische en psychologische zaken naast
fundamentele kennis van systeemtheorie en cybernetica. De digitale architect
'vecht' enerzijds tegen complexiteit, anderzijds tracht hij een 'bewoonbare'
digitale wereld te scheppen.
Het formuleren van de totale digitale architectuur in een onderneming
heeft een moeilijkheidsgraad die slechts wordt overtroffen door de wat
moeilijkere onderwerpen uit de theoretische natuurkunde, ondanks het feit
dat er geen formules worden toegepast. Academisch niveau blijkt uit heldere
consistente formuleringen, die de toets der kritiek kunnen doorstaan.
Formules zijn slechts een verkorte notatievorm voor die formuleringen.
Het concipiëren van een consistente, coherente verzameling principes met
een hoge mate van toekomstvastheid in een driedimensionale ruimte (opgespannen
door de dimensies architectuuraspecten, beschouwingniveaus's (scope) en
'de vier werelden') vergt een bijzonder hoog niveau van abstract denken.
Daarenboven heeft een digitale architect nog te maken met ondoorgrondelijke
'objecten' als mensen.
Stelling 6. De CAO (corporate
architectural officer), de hoogste architect, dient juist te worden gepositioneerd
in een onderneming.
Architectuur is het middel bij uitstek om te borgen dat een onderneming
kan ontplooien naar een fascinerende, onbekende toekomst. Daarbij is de
enterprise-architect belangrijker voor de continuïteit van de ondermening
dan de CFO.
Te vaak komt het nog voor dat de CAO wordt gezien als het knapste jongetje
van de klas die met heel moeilijke zaken bezig is. In een moderne onderneming
echter zitten de CEO, CIO en de CAO eens per kwartaal om de tafel om de
strategische mogelijkheden voor de onderneming te evalueren / bij te stellen.
Stelling 7. Technologie
is zeer belangrijk voor architectuur. Maar zet niet de CTO (corporate
technology officer) op de plaats van de CAO (corporate architectural officer).
Nieuwe technologieën bieden mogelijkheden tot geavanceerdere architecturen.
Maar de inzet van technologie dient dienend te blijven. De CTO hoort daarom
een inspiratiebron te zijn voor de CAO. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid
van de CAO om nieuwe technologieën zodanig aan te wenden dat ze de effectiviteit,
de efficiency en het innovatieve vermogen van de onderneming bevorderen.
Enterprise-architectuur is een teken van beschaving en geen vrijbrief
voor een technologie-uitstalling.
Stelling 8. De huidige populatie
van architecten in de IT-gemeenschap behoeft danige opschoning.
Het is tegenwoordig in de mode om je architect te noemen. Dit wordt enerzijds
ingegeven door het grote gebrek aan echte architecten in de bedrijfstak,
anderzijds klinkt het natuurlijk reuze interessant om op een verjaardagsfeestje
te vertellen dat je architect bent. Architect in een digitale wereld nog
wel!
Veelvuldig wordt het begrip 'architectuur', zoals bedoeld in de fysieke
wereld, en het begrip 'pattern', zoals bedoeld door Christopher Alexander,
door IT-yuppen misbruikt om interessant te doen. Het wordt de hoogste
tijd dat dit wordt teruggedraaid. Het zou verstandig zijn een limitatieve
opsomming op te stellen van de 'archifacten' die een rol spelen bij digitale
architectuur en daarmee zorgvuldig het werkterrein van de architect af
te bakenen.
PS: Misschien geldt wel voor de hele IT-gemeenschap dat er opschoning
vereist is. In ieder geval is het verstandig om bij het aannemen of inhuren
van IT deskundigen eerst de lakmoesproef te doen.
Stelling 9. Digitale architectuur
hoort helaas nog thuis in het rijtje kwaliteitssysteem, security, methodologie,
risicomanagement, kennismanagement en vakmanschap. Als het goed gaat met
de onderneming wordt het als ballast ervaren. Als het slecht gaat, is
er geen geld voor.
Het zal nog lang duren voordat de boardroom echt voor digitale architectuur
zal kiezen. Continuïteit is immers minder belangrijk dan de kortetermijnpositie
op de effectenbeurs. En dat terwijl enterprise-architectuur de absolute
voorwaarde is om de complexiteit de baas te blijven, zeker bij outsourcingssituaties.
Outsourcing zonder enterprise-architectuur lijkt op autorijden zonder
veiligheidsgordel.
Positief is echter de tendens dat bij veel ondernemingen die wat 'volwassener'
zijn op IT-gebied steeds vaker een digitale architect wordt ingehuurd
waar vroeger nog een consultant werd geraadpleegd . In voetbaljargon:
'Geen woorden, maar daden'!
Stelling 10. Het wordt tijd
dat er een functionaris wordt benoemd die voor de digitale Nederlandse
samenleving een soortgelijke taak krijgt als de Rijksbouwmeester voor
de fysieke wereld.
Ook voor de Nederlandse overheid wordt digitale architectuur een steeds
belangrijker issue. Hiervoor zouden documenten dienen te worden geconcipieerd
zoals in de fysieke wereld Ontwerpen aan Nederland (Ministeries van OC&W,
VROM, V&W en LNV, 2000).
Op de dag van mijn oratie, 1 oktober 2004, werd Mels Crouwel de nieuwe
Rijksbouwmeester. Hopelijk toont hij wat meer affiniteit met de opkomst
van de digitale architectuur dan zijn voorganger Jo Coenen.
|