Het kernthema van Maria Montessori: leer mij leren, zou het centrale
thema moeten zijn bij elke 'studie' van kleuterschool tot universiteit.
De student dient niet primair feitenkennis op te doen, maar zichzelf
de discipline van het studeren eigen te maken. Een docent zou het proces
van verwonderen moeten stimuleren; het verwonderen dat zorgt dat men
zelf verder gaat (onder)zoeken. Dit moet de creatieve geest prikkelen
tot doorvragen. Natuurlijk is een gemeenschappelijk kader of taalgebruik
nodig om elkaar te kunnen verstaan, maar bovenal zou een docent meer
vragen moeten stellen dan antwoorden geven. Dit vinden we terug bij
de dialectiek van Socrates en de Kena-upanishad, de upanishad die over
kennisverwerving handelt.
Het specifieke van universitair onderwijs is de plaatsing van de stof
in een ruimer kader. Dus enerzijds inzicht in de desbetreffende materie
en anderzijds overzicht over het kennisdomein en de plaats binnen het
geheel ('universalis'). Een overvloed aan formules, ingewikkeld taalgebruik
en moeilijke redeneringen zijn beslist geen teken van 'universiteitsheid'.
N.B. De discussie over kwaliteitsverbetering van de wijze waarop hoogleraren
aan kennisoverdracht doen zijn een goede zaak. Dit mag echter niet leiden
tot een geölied-lopende band waarin op mechanische wijze de kennis
van de een in de ander wordt gegoten.