Automatisering: vloek of zegen?

Dr. D.B.B. Rijsenbrij

Bijlage E: Stellingen vorig artikel
  • De wortels van de informatica liggen, historisch gezien, enerzijds in de wiskunde en anderzijds in de boekhouding (de financiële administratie). Maar langzamerhand zijn we dit stadium ontgroeid. Het wordt dan ook tijd dat informatica wordt gezien als een autonome bèta-studierichting, die niet méér binding met wiskunde heeft dan andere richtingen, zoals natuurkunde, scheikunde en sterrenkunde. Net als bij deze wetenschappen is wiskunde niets meer en niets minder dan een belangrijke hulpwetenschap. Het kind is volwassen geworden; het wordt tijd dat de ouders 'wiskunde' en 'economie' dat gaan inzien.

  • Informatica behoort onverdeeld bij de bèta-faculteiten. De splitsing in Bestuurlijke Informatiekunde (bij de faculteit Economie c.q. Bedrijfskunde) en Informatica (bij de faculteit Wiskunde en Informatica) die op veel universiteiten aanwezig is, is oneigenlijk. Immers het zou iedereen verbazen als natuurkunde werd opgesplitst in theoretische natuurkunde bij wiskunde en experimentele natuurkunde bij scheikunde. De uitdaging voor bedrijfsinformatica is de synthese tussen exactheid en bedrijfsinleving. Op het ogenblik zie je bij Wiskunde & Informatica iets te veel exactheid; bij Economie c.q. Bedrijfskunde iets te veel bedrijfsinleving. De praktijk heeft echter geleerd dat het eenvoudiger is, exacte mensen bedrijfskundig bij te scholen dan bij bedrijfsgerichte studenten een meer exacte attitude aan te kweken. Een pleidooi om de BIK-componenten te verhuizen naar BI.

  • Theoretische informatica is belangrijk doch dient haar huidige pretentie te temperen. (Pretentie op het gebied van foutvrije programmatuur dan wel andere grootse kwaliteitsverhogingen.) Zoals wij uit de scheikunde weten, zijn scheikundige processen die gelden in een reageerbuis, nog niet uitvoerbaar in een bassin. Dergelijke schaaleffecten gelden ook voor veel resultaten van de theoretische informatica.

  • Informaticus is een prachtig beroep, even geschikt voor mannen als voor vrouwen. Een breed spectrum van persoonlijkheidsstructuren kan hierin plezierig en zinvol werk vinden. De liefhebber van het moeilijke puzzelwerk wordt bijvoorbeeld database- of netwerkspecialist. De creatieveling kan uitgroeien tot informatie-architect. De etalerende persoonlijkheid kan zijn streven bevredigen in de consultancy. Het ploegbaas-type kan zich ontplooien tot projectleider. De academische informaticastudie zou de ontwikkeling van deze vier basistalenten meer moeten activeren.

  • Maatschappelijk en zakelijk gezien zou de inzet van de automatisering primair gericht moeten zijn op vereenvoudiging van onze samenleving: een verlaging van de schijnbare complexiteit van onze samenleving in de richting van een meer natuurlijke orde der dingen waarin geen behoefte is aan ondersteuning van starre en overcomplexe patronen. De rol van de automatisering is, te helpen deze weg terug te vinden uit deze door informatie oververzadigde maatschappij. Daarna kan de automatisering op transparante wijze haar dienende rol in dit fysieke tijdperk vervullen.

  • Leerlingen op de middelbare school dienen meer bewust te worden gemaakt van de mogelijkheden en uitdagingen van een (universitaire) informatica-opleiding. In onze samenleving wordt de dominante aanwezigheid van de informatietechnologie steeds meer manifest. Om computeranalfabetisme te voorkomen, is een enthousiaste scholing nodig in het VWO, met aantrekkingskracht tot verdere verdieping en verbreding in het hoger beroepsonderwijs en de universiteit. Door de negatieve berichtgeving over mislukte automatiseringsprojecten en faillerende software-huisjes is jammer genoeg de glans van het vakgebied enigszins verbleekt. Dat is niet goed! Daarnaast dient de middelbare scholier te worden onderwezen in het beheerst omgaan met informatiebehoefte.

  • Filosofie is van vitaal belang als onderdeel van elke vakmatige scholing, waarbij begrippen als orde, maat en discipline sleutelwoorden zijn. Het huidige onderwijsstelsel glijdt steeds verder af naar een exclusieve behandeling van een klein gedeelte van de fysieke wereld. Reeds Plato uitte deze klacht ruim 2400 jaar geleden. Voor automatiseerders zou onderricht in filosofie verplicht moeten zijn, gezien de mechanische impact van hun werk.

  • De noodzaak van een gebruikshandleiding bij apparaten in het algemeen en informatiesystemen in het bijzonder is vaak een contra-indicatie voor de gebruiksvriendelijkheid van de desbetreffende technologie. Veel standaardpakketten en besturingssystemen ('operating systems') zijn uitermate gebruiksonvriendelijk. Dit komt doordat er meer wordt gekeken naar de zogenaamde logische opbouw vanuit het lineaire denken dan naar het holistische, dat ons mensen meer eigen is.

  • Het doet mij goed te zien dat er al prototypes zijn van apparaten die in geval van storing een filmpje tonen hoe te handelen of te repareren. Een aanschouwelijk voordoen is meer doeltreffend dan een simpele lineaire tekst, die immers toch niet goed gelezen kan worden door een geest die kwaad is op het apparaat dat het vertikt.

  • De weinige affiniteit die ik persoonlijk heb met PC-gebruik wordt bepaald door die gebruiksonvriendelijkheid. Het doet pijn aan de geest om de vaak technisch kleinzielige patronen te moeten volgen voor een geautomatiseerde ondersteuning van het denken en handelen.

  • Als overheid en bedrijfsleven werkelijk menen dat informatietechnologie de ruggegraat is of wordt voor ons economisch en maatschappelijk bestel, dan is wat meer bezorgdheid om het reguliere informatica-onderwijs op zijn plaats. Adoptie van een richting als Bedrijfsinformatica door dat bedrijfsleven zou wenselijk zijn.

  • Eigenlijk is het niet meer van deze tijd dat een inaugurele oratie bestaat uit een monoloog. Dit is geen goede afspiegeling van de interactieve wijze van kennisontdekking die teruggrijpt op de Socratische traditie van dialectiek en die in hedendaagse colleges gewoon zou moeten zijn.
vorig artikel