Begrippenlijst
Hierna volgt een beschrijving van de CGS Service Offering Portfolio,
een geïntegreerd raamwerk van dienstverlening, dat door Cap Volmac
Group en haar CGSzusterorganisaties aan haar cliënten wordt aangeboden.
Consulting
- Advisering, gericht op het bereiken van prestatieverbeteringen,
door innovatieve oplossingen aan te reiken voor problemen in de
bedrijfsvoering bij cliënten. Dit door het leveren van expertise,
kennis en inzicht op het gebied van strategische bedrijfsplanning,
verbeteren van de operationele bedrijfsprocessen, informatietechnologie
en de praktische toepasbaarheid ervan.
Strategic Consulting
- Ontwerp en implementatie van oplossingen voor bedrijfsproblemen,
op strategisch niveau.
Advies en begeleiding van topmanagement bij het formuleren van
de strategie, het nemen van strategische besluiten, op basis van
een analyse van bedrijfsproblemen, en tenslotte assistentie bij
het realiseren van correctieve acties, strategische opties en
plannen.
Organisational Consulting
- Ontwerp en realisatie van veranderingsprogramma's met betrekking
tot één of meerdere bedrijfsfuncties om een permanente verbetering
van de bedrijfsprestaties te bereiken. Advies, begeleiding en
expertise op het gebied van managementpraktijk, personeel, optimalisatie
van bedrijfsprocessen en informatievoorziening.
Information Technology
Consulting
- Advies en expertise met betrekking tot de organisatie van de
informatievoorziening op het niveau van bedrijfsleiding en ITmanagement
en advies en expertise over het gebruik van informatietechnologie
in de bedrijfsvoering.
Application Consulting
- Advies en expertise over bedrijfsinformatiebehoefte en applicatiesoftware.
Project Services
- Een groep van diensten, ontwikkeld om klanten van dienst te
zijn bij de realisatie van informatiesystemen en bijbehorende
veranderingsprocessen.
Systems
Integration
- Het hoofdaannemerschap en het projectmanagement van planning,
ontwerp, realisatie en implementatie van een compleet informatiesysteem
door de integratie van componenten (hardware, software, communicatie
etc.) van diverse leveranciers.
Software Development
- Projectmanagement, planning, ontwerp, realisatie en implementatie
van klantspecifieke applicaties met een in het contract vastgelegde
resultaatverantwoordelijkheid.
Migration
- Hoofdaannemerschap, projectmanagement, planning en implementatie
van een nieuwe technische infrastructuur van de informatievoorziening
(inclusief het afbouwen van de bestaande omgeving en het converteren,
herontwerpen of vervangen van applicaties).
Professional Services
- Het leveren van medewerkers met vooraf gedefinieerde niveaus
en kwaliteit van kennis en kunde om te werken in projecten, waarbij
de klant zelf het projectmanagement voert.
Information Systems
Management
- Het voorzien in de onderhoudsbehoefte met betrekking tot de
informatiesystemen van cliënten op basis van een lange termijn
service levelcontract. Hierin is opgenomen de verantwoordelijkheid
voor planning, management, beschikbaarstelling, bediening en onderhoud
van alle of een gedeelte van de componenten van de informatiesystemen
van de cliënt (zie ook 'Facilities Management' en 'Outsourcing'
hierna).
Centralised Computing
Services
- Het op continue basis beheren en bedienen van apparatuur voor
centrale gegevensgerichte informatiesystemen voor cliënten.
Distributed Computing
Services
- Het op continue basis ondersteunen en onderhouden van gedistribueerde
computeromgevingen om de infrastructuur van de cliënten te optimaliseren
en gebruik, flexibiliteit en kostenbesparing met betrekking tot
de applicaties te maximaliseren.
Applications Management
Services
- De contractueel vastgelegde verantwoordelijkheid voor het management
en uitvoering van alle activiteiten gerelateerd aan onderhoud
van applicaties, binnen goed gedefinieerde service levels.
Network Services
- Het ter beschikking stellen en beheren van infrastructurele
netwerken en (waardetoevoegende) toepassingen hierop.
Hardware &
System Maintenance
- De contractueel vastgelegde verantwoordelijkheid voor het op
continue basis plannen en uitvoeren van alle activiteiten gerelateerd
aan het onderhoud van hardware en systeemsoftware binnen goed
gedefinieerde service levels om gebruik, flexibiliteit en kostenbesparing
met betrekking tot de applicaties te maximaliseren.
Education
& Training
- Een groep van diensten, ontwikkeld om de motivatie, kennis en
vaardigheden van de medewerkers van de cliënten te verbeteren
op het gebied van gebruik en beheer van informatietechnologie.
Management Education
- Het verzorgen van opleidingen voor nietITmanagement om kennis
en bewustwording te verhogen van de nuttige en praktische toepassingsmogelijkheden
van informatietechnologie.
End User Training
- Het verzorgen van opleidingen en trainingen voor nietITprofessionals
om informatietechnologie te leren begrijpen en er op een goede
wijze gebruik van te kunnen maken in het dagelijks werk.
Professional Skills
Training
- Het verzorgen van opleidingen en trainingen voor de generieke
vaardigheden van ITprofessionals.
Technical Training
- Het verzorgen van trainingen voor de verbetering van de competentie
en prestaties van ITprofessionals bij het efficiënt en effectief
ontwerpen, realiseren en bedienen van systemen binnen specifieke
technische omgevingen (programmeertalen, systeemsoftware, DBMS
etc.).
Software
Products
- Het leveren, implementeren en het op continue basis ondersteunen
van kantenklare softwareoplossingen in pakketvorm.
Methodologies & Tools
- Al dan niet geautomatiseerde instrumenten gericht op het efficiënt
en effectief ontwerpen en bouwen van informatiesystemen.
Standard
Applications
- Applicatiepakketten voor marktspecifieke of generieke behoeften
(zoals logistieke en financiële systemen).
Alfabetische lijst overige begrippen
Adaptive
systems
- Informatiesystemen waarbij zelflerende technieken zijn gebruikt.
Dit wil zeggen dat uit historische informatie wetmatigheden worden
gedistilleerd die repeterend voor verbetering van het eigen
proces zorgen. Adaptieve technieken zijn onderdeel van het domein
van kennistechnologie.
Business
Modelling
- Bedrijfsmodellering gericht op het inzichtelijk maken van de
bedrijfsvoering.
Client/Serverarchitectuur
- Architectuur van hardware, systeemsoftware en toepassingen die
gericht zijn op optimale gebruikersvriendelijkheid. PC's en bijbehorende
software (clients) worden gebruikt voor de uiteindelijke, veelal
grafische, presentatie van informatie. De server (bijvoorbeeld
een mainframe) wordt gebruikt voor eenmalige opslag, bewerking,
beveiliging en besturing van de distributie van informatie.
Electronic Mail
- Elektronische post; van eenvoudige berichten binnen een lokaal
netwerk van de ene naar de andere werkplek tot en met berichten
die via een X.400netwerk de hele wereld overgaan. Variërend van
simpele tekstberichten tot en met complexe boodschappen met inbegrip
van stem en beeld.
Facilities Management
- Het uitvoeren, op basis van een meerjarig contract, van het
beheer en de exploitatie van een groot deel van de ITfaciliteiten
van een cliënt.
Front Office
- Al die, veelal fysieke, plaatsen waar klanten toegang kunnen
krijgen tot de producten en diensten van aanbieders. Denk bijvoorbeeld
aan reisbureaus, lokale bankkantoren en assurantietussenpersonen.
Groupware
- Software die draait op een lokaal netwerk en die mensen op dat
netwerk in staat stelt deel te nemen aan een gezamenlijk, veelal
complex project.
Kennistechnologie
- Richt zich op het ontwikkelen van toepassingen die zaken, zoals
het menselijk redeneren en het herkennen van patronen, nabootsen
of ondersteunen. Een voorbeeld van een kennissysteem is een medisch
diagnosesysteem.
Multimedia
- Dat deel van de informatietechnologie dat zich richt op de naadloze
integratie van verschillende informatietypen (bijvoorbeeld data,
tekst, videobeeld, geluid en foto's) en de interactie daarvan
met de verschillende menselijke zintuigen. De grote waarde van
multimediatoepassingen ligt vooral in geheel nieuwe toepassingen
voor nieuwe markten, denk bijvoorbeeld aan interactieve televisie,
telewinkelen, teleleren, telewerken, videoondemand en industriele
vormgeving.
Notebook
- Draagbare computer ter grootte van een A4formaat.
Outsourcing
- Facilities Management waarbij sprake is van overname van hardware,
software en personeel.
Software
Factory
- Het industrialisatieproces van de ontwikkeling van applicatiesystemen.
Met behulp van diverse geautomatiseerde hulpmiddelen wordt het
steeds beter mogelijk, op basis van specificaties, systemen en
programmatuur volledig automatisch te genereren. Het industrialisatieproces
maakt hergebruik mogelijk.
Team Support
- Professionele ondersteuning van documentverwerkende en documentcreërende
kantoororganisaties en processen.
Basisactiviteit
(core activity)
- Basisactiviteiten zijn die bedrijfsprocessen die een bedrijf
moet uitvoeren om zijn specifieke producten en diensten te kunnen
voortbrengen. De basisactiviteiten omvatten het feitelijke voortbrengingsproces
(het zogenaamde primaire proces) en de besturing en management
ervan.
Bij basisactiviteiten ligt de nadruk op de voor het voortbrengingsproces
noodzakelijke bedrijfsprocessen. Wanneer een bedrijf zich gaat
beperken tot zijn basisactiviteiten betekent dit dat het de niet-basisactiviteiten
gaat uitbesteden aan andere bedrijven of dat het de bedrijfsonderdelen
die deze secundaire processen uitvoeren verzelfstandigt. Het nu
afgeslankte bedrijf betrekt vervolgens van deze nieuwe bedrijven
producten of diensten.
Basistalent
(core competence)
- Basistalenten zijn het kapitaal in de vorm van kennis
en vaardigheden van mensen en van immateriële, materiële en financiële
middelen waarover een bedrijf moet beschikken, om in staat te
zijn niet alleen zijn huidige producten en diensten voort te brengen,
maar ook in de toekomst nieuwe producten en diensten te creëren
en daarmee nieuwe markten te openen.
Wanneer een bedrijf zich concentreert op zijn basistalenten, zal
het trachten steeds over de juiste mensen en middelen te beschikken
om zijn huidige en toekomstige bedrijfsvoering te kunnen realiseren.
Wanneer een bedrijf niet over bepaalde basistalenten beschikt
moet het bijvoorbeeld nieuwe mensen aantrekken, strategische allianties
aangaan met andere bedrijven, of zelf via onderzoek, ontwikkeling
en opleiding de benodigde basistalenten opbouwen.
Bedrijf
- Een bedrijf is een organisatie [1] van mensen en middelen met
als doel het leveren van producten of het verlenen van diensten
aan andere organisaties [1] of particulieren. De term bedrijf
wordt in dit boek gebruikt voor alle ondernemingen, instellingen
en andere organisaties [1] zowel met als zonder winstoogmerk
die producten leveren of diensten verlenen aan derden.
Organisaties [1] die andere doelen hebben dan het voortbrengen
van producten of diensten voor anderen zijn geen bedrijven, maar
worden wel gezien als organisaties [1]. De overheid als geheel
is bijvoorbeeld geen bedrijf maar een organisatie [1]. Diverse
organisatiedelen van de overheid zijn wel bedrijven, met een duidelijk
product of dienst bestemd voor derden.
Bedrijfsproces
- Een bedrijfsproces is een bepaalde activiteit die mensen en
middelen in een bedrijf uitvoeren. Met bedrijfsproces bedoelen
we de activiteit in werking, dat wil zeggen de besturing en uitvoering
van de activiteit.
Voorbeelden van bedrijfsprocessen zijn het verkopen van een auto
en het monteren van een dashboard in een auto.
Bedrijfssector
en Bedrijfstak
- Een bedrijfssector is een deel van het bedrijfsleven dat een
aantal verwante bedrijfstakken omvat. Een bedrijfstak is een groep
van bedrijven die hetzelfde soort producten en/of diensten voortbrengen.
Banken en verzekeringsmaatschappijen zijn bedrijfstakken binnen
de financiële bedrijfssector.
Bedrijfsvoering
- Bedrijfsvoering is de wijze waarop het bedrijf geëxploiteerd
wordt: de manier waarop de bedrijfsprocessen van een bedrijf worden
bestuurd en uitgevoerd met inbegrip van de resulterende producten
en diensten en de externe relaties met klanten, leveranciers,
partners en anderen.
Bedrijvigheid
- Het werkzaam zijn van bedrijven en mensen.
Beleid
(van een bedrijf)
- Strikt: De gewenste manier van samenwerken van mensen in een
bedrijf door middel van het bepalen van een gemeenschappelijk
referentiekader van opvattingen, randvoorwaarden, uitgangspunten
en maatstaven.
Ruim: Onder beleid kan ook vallen het vaststellen van de toekomstvisie,
de doelen en de bedrijfsstrategie van een bedrijf.
Beleidsvorming
- Het vaststellen van het beleid van een bedrijf.
Beleidsvorming kan in een bedrijf een bewust en georganiseerd
proces zijn. Vaak is het een proces dat zich continu, en vaak
impliciet, in bedrijven afspeelt.
Bericht
- Berichten zijn gegevens die bij communicatie tussen mensen mondeling,
schriftelijk of via machines (zoals computers) worden uitgewisseld.
Een bericht heeft de bedoeling bepaalde informatie [1] over te
dragen van een zender naar een ontvanger.
Besturing
- Besturing is het in werking zetten, coördineren en beëindigen
van (bedrijfs-)processen.
Wij bedoelen hier niet alleen bedrijfsprocessen die door mensen
worden uitgevoerd, maar ook processen die door machines of computers
worden uitgevoerd.
Communicatie
- Communicatie is het met elkaar in verbinding staan van mensen
om te overleggen of berichten uit te wisselen. Bij communicatie
zijn altijd ten minste twee partijen betrokken in de rol van zender
en ontvanger.
Computersysteem
(Hardware)
- Met computersysteem wordt bedoeld: een geheel van computerapparatuur,
computeronderdelen, computerrandapparatuur en datacommunicatie-apparatuur.
Randapparatuur waarbij de nadruk ligt op de computerinterface,
zoals digitale en analoge in- en uitvoer, maar ook eenvoudige
sensoren en actuatoren bij procesbesturing, wordt in de regel
ook tot de computersystemen gerekend. Computersystemen behoren
tot de basiselementen van een IT-infrastructuur ten behoeve van
IT-toepassingen.
Co-operatieve concurrentie
- Co-operatieve concurrentie is een vorm van concurrentie waarbij
bedrijven voortdurend moeten afwegen of ze samenwerken of elkaar
beconcurreren.
Samenwerken kan nodig zijn om te komen tot een gezamenlijk product
of dienst of een gemeenschappelijke standaard voor nieuwe producten
of diensten. Beconcurreren betekent vergelijkbare producten en
diensten op dezelfde markt aanbieden en juist verschillende standaarden
hanteren. Coöperatieve concurrentie met zijn keuze tussen coöperatie
of concurrentie ontstaat, doordat bedrijven tegenwoordig meer
dan in het verleden zijn aangewezen op samenwerking ook
over de grenzen van bedrijfssectoren heen om voldoende
basistalenten bijeen te brengen om de steeds complexere producten
en diensten te kunnen realiseren.
Co-operatieve
(informatie)systemen
- Co-operatieve systemen zijn informatiesystemen die zich richten
op de ondersteuning van samenwerkingsverbanden van mensen en van
bedrijven, dus van organisaties [1] en interorganisaties.
De basis van een coöperatief systeem is een netwerksysteem dat
de werkstations en computers van alle betrokken mensen en bedrijven
verbindt. Dit netwerksysteem dient als platform voor de coöperatieve
toepassingen die de samenwerking ondersteunen. Door de groeiende
toepassing van IT in bedrijven ontstaat op den duur één groot
coöperatief informatiesysteem op basis van een wereldwijd computernetwerk.
Dit informatiesysteem ondersteunt bedrijven en particulieren bij
het werken en samenwerken.
Co-operatieve
toepassingen
- Co-operatieve toepassingen zijn de IT-toepassingen van coöperatieve
systemen. De toepassingen ondersteunen de samenwerking tussen
mensen, bedrijven en andere organisaties [1].
Co-operatieve toepassingen zijn zelf een co-operatie van objecten
[2] die gedistribueerd zijn over de computers van het netwerksysteem
dat de basis vormt van het coöperatieve systeem.
Datacommunicatie
- Datacommunicatie is communicatie tussen computers.
Het gaat hier om het uitwisselen van digitale gegevens tussen
computers. Dit zijn berichten met een inhoud die varieert van
alfanumerieke velden tot complete documenten. Inmiddels ondersteunt
de datacommunicatie tussen computers ook digitale spraak- en beeldtelefonie
en daarmee rechtstreekse communicatie tussen mensen.
Dienst
- Een dienst is arbeid die men ten behoeve van anderen verricht.
Diensten worden aan anderen verleend. Bij het verlenen van diensten
brengt de door een bedrijf verrichte arbeid geen product voort
dat vervolgens aan klanten geleverd kan worden. Bij dienstverlening
wordt de arbeid direct verricht ten behoeve van de klant, zoals
in de gezondheidszorg en het onderwijs, of door te werken bij
de klant, zoals bij het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden.
Een dienst brengt dus wel resultaten voort voor de klant, zoals
een betere gezondheid, meer kennis of een schoon huis. De resultaten
hebben echter niet de vorm van een product dat in het bezit van
de klant overgaat.
Dienstverlening
- Dienstverlening is het verrichten van arbeid ten behoeve van
anderen.
Digitaal
- Werkend volgens het binaire talstelsel.
Is afgeleid van het Engelse digital en digit (cijfer). De term
digitaal wordt gebruikt voor apparatuur die werkt op basis van
binair in 0 en 1 gecodeerde gegevens en programmas. Aangezien
alle elektronica tegenwoordig op binaire code en binaire schakelingen
is gebaseerd, wordt in plaats van digitaal ook vaak de term elektronisch
gebruikt.
Document
- Een document is een verzameling gegevens (of objecten [2]) die
als één geheel wordt vastgelegd en/of gepresenteerd aan de gebruiker.
Voorbeelden van documenten zijn boeken, films of een in de computer
vastgelegd elektronisch tekstdocument.
Elektronisch
- Elektronisch is de aanduiding voor apparatuur die werkt met
schakelingen op basis van het gedrag van de vrije elektronen in
geleiders en halfgeleiders.
De aanduiding elektronisch wordt gebruikt voor alle apparatuur
die werkt met halfgeleiders en microprocessors. Deze elektronische
apparatuur wordt ook wel aangeduid als elektronica.
Elektronische
snelweg (Electronic Highway)
- De elektronische snelweg is het toekomstige wereldwijde netwerk
met een zeer hoge capaciteit voor het verzenden van digitale gegevens
zoals multimediadocumenten, spraak en beeld. Het netwerk verbindt
de lokale netwerksystemen van bedrijven, de thuissystemen van
particulieren en lokale stations voor de ondersteuning van mobiele
communicatie.
Gegevens
- In de IT is de term gegevens de benaming voor de
door de computer digitaal (in binaire codering) vastgelegde zaken
die met behulp van programmas bewerkt worden.
In bredere zin zijn gegevens de elementen waaruit een immaterieel
product is opgebouwd. Zoals de letters en woorden in een boek,
de beeldjes en het geluid van een film of de teksten en tekeningen
op een beeldscherm.
De aard van de computergegevens wordt dus niet zozeer bepaald
door hun digitale vastlegging maar door de gedaante
die ze aannemen bij presentatie via een gebruikersinterface.
De ontwikkeling loopt van alfanumerieke velden via teksten en
tekeningen naar multimedia met (bewegend)
beelden, geluid en spraak. De volgende fase is die van realistische
objecten [2] (virtual reality). De gebruiker kan de gegevens met
hulp van de computer raadplegen, invoeren en bewerken, opslaan
op gegevensdragers zoals magnetische schijven en via datacommunicatie
overdragen naar andere computers. De gebruikelijke scheiding tussen
gegevens en programmas komt te vervallen wanneer gegevens
worden opgeslagen als objecten [2] die niet alleen statische gegevens,
maar ook hun eigen instructies bevatten voor interactie met de
gebruiker en hun overige gedrag. Dit geldt zeker voor virtual-reality-objecten
met een interactief spel-karakter.
Immaterieel
product
- Een immaterieel product is een product met een onstoffelijke
inhoud.
Een immaterieel product bestaat uit gegevens, die vastgelegd zijn
op een materiële drager. Een immaterieel product ontstaat door
ideeën in de menselijke geest, die door de mensen worden uitgedrukt
in het immateriële product. Een immaterieel product heeft voor
mensen een betekenis en wordt in de menselijke geest omgezet in
informatie [1].
Informatie
[1]
- Informatie is al wat van buitenaf als bericht, als overdracht
van kennis of gegeven tot iemand komt.
Informatie kan bij een gebruiker de kennis over of het inzicht
in bepaalde zaken vergroten. Informatie kan ook als trigger
werken voor de gebruiker en hem tot bepaalde acties aanzetten
of emoties bij hem opwekken.
Informatie [2]
- Geformaliseerde (op informatiedragers gezette) gegevens die
voor gegevensverwerkende machines zoals computers als invoer kunnen
dienen.
Dit is de betekenis van de term informatie in de huidige informatietechnologie.
Men bedoelt met informatie gegevens in de vorm van alfanumerieke
velden die op formele wijze zijn opgeslagen in databases. Met
de ontwikkeling van multimedia en virtual reality kan de computer
ook niet-geformaliseerde en ongestructureerde gegevens, en daarmee
allerlei immateriële producten, opslaan. Wij gebruiken in dit
boek de term informatie in deze betekenis weinig. Onze voorkeur
gaat uit naar termen als gegevens, documenten
of objecten [2].
Informatiesysteem
- Een informatiesysteem is een gegevensverwerkend systeem met
als activiteiten het verzamelen, verwerken, bewerken, bewaren,
overdragen en verstrekken van gegevens met betrekking tot een
bepaald toepassingsgebied.
De term informatiesysteem wordt doorgaans in engere zin gebruikt
om een geautomatiseerd systeem aan te duiden en betreft dan de
toepassingen inclusief de IT-infrastructuur. In bredere zin omvat
een informatiesysteem alle procedures en middelen met betrekking
tot de gegevens van een bepaald toepassingsgebied. Een handmatig
administratief systeem is dus ook een informatiesysteem.
Informatietechnologie
(IT) [1]
- Informatietechnologie (in engere zin) is het activiteitengebied
dat zich bezighoudt met het ontwerpen en construeren van de in
computersystemen te gebruiken apparatuur en basissoftware.
In deze betekenis wordt een tamelijk technische vorm van informatietechnologie
bedoeld.
Informatietechnologie
(IT) [2]
- Informatietechnologie (in ruimere zin) is het geheel van toegepaste
kennis om computersystemen en IT-toepassingen te ontwerpen, in
te richten en het gebruik ervan te ondersteunen.
Informatietechnologie [2] omvat niet alleen de techniek, maar
ook zaken als de architectuur van toepassingen en kennis van methoden
en technieken met betrekking tot het ontwikkelen, beheren en gebruiken
van informatiesystemen. In dit boek gebruiken we het begrip IT
in deze ruime zin.
Infrastructuur
- De infrastructuur betreft middelen waar een bedrijf van gebruik
maakt met de volgende basiskenmerken:
- het middel heeft een relatief duurzaam of permanent karakter;
- het middel is een faciliteit die in belangrijke mate onafhankelijk
functioneert van het specifieke gebruik;
- het middel is een voorziening voor algemeen en gemeenschappelijk
gebruik.
De infrastructuur vormt dus het vaste deel van de inrichting van
een bedrijf, zoals gebouwen, computersystemen en de telefooninstallatie.
Bedrijven maken ook gebruik van externe (openbare) infrastructuur
zoals wegen, telefoonnetwerken en elektriciteitsvoorziening.
Inrichting
(van een bedrijf)
- De ordening van mensen en middelen waarmee een bedrijf zijn
bedrijfsvoering realiseert.
Het inrichten (dat is het komen tot de juiste inrichting) van
het bedrijf betekent het aantrekken van de juiste mensen of het
opleiden van de beschikbare mensen en het inzetten van de mensen
op de juiste plaats in de bedrijfsvoering. Inrichten betekent
tevens het aanschaffen, geschikt maken of creëren van de benodigde
middelen en het inzetten van de middelen op de juiste plaats in
de bedrijfsvoering.
Interface
- Een interface is het raakvlak tussen mens en computer (de gebruikersinterface)
of de koppeling tussen componenten (zowel software als hardware)
in computersystemen. Via de interface worden in twee richtingen
gegevens uitgewisseld.
De aard van het begrip interface wordt goed voelbaar in de Duitse
term ervoor: Schnittstelle. Er dienen goede afspraken te zijn
over de wijze waarop de gegevens worden uitgewisseld via de interface.
Deze standaardisatie betreft de functionele betekenis van de gegevens,
de fysieke vormgeving en de gebruikte technologie voor de interface.
Een goede standaardisatie van de gebruikersinterface leidt tot
vereenvoudiging van de mens/computer-interactie en draagt in belangrijke
mate bij aan de transparantie voor de gebruiker. De standaardisatie
van de interfaces tussen componenten van computersystemen draagt
bij tot de herbruikbaarheid van componenten en tot het ontstaan
van wereldwijde computernetwerken met coöperatieve toepassingen.
Interorganisatie
- Een interorganisatie is een organisatie [1] van juridisch zelfstandige
natuurlijke personen of rechtspersonen, die onderling afgesproken
hebben als één organisatie [1] samen te werken en eventueel ook
als één organisatie [1] naar buiten te treden.
Het begrip interorganisatie wordt in dit boek geïntroduceerd en
vooral gebruikt voor interorganisaties van juridisch zelfstandige
bedrijven en eventuele free-lance medewerkers, die onderling contracten
hebben afgesloten om als één onderneming samen te werken en gezamenlijk
aan anderen producten te leveren of diensten te verlenen.
Interorganisatiesysteem
- Een interorganisatiesysteem is een informatiesysteem dat het
gemeenschappelijke bedrijfsproces van een interorganisatie van
bedrijven en particulieren ondersteunt.
Een interorganisatiesysteem is gebaseerd op een netwerksysteem
dat de computers van de betrokken bedrijven en personen verbindt
en kent toepassingen die de besturing en uitvoering van het gemeenschappelijke
bedrijfsproces ondersteunen. Een interorganisatiesysteem is een
specifieke vorm van een coöperatief systeem, gericht op de coöperatie
tussen zelfstandige organisaties [1].
IT-infrastructuur
- De IT-infrastructuur is dat deel van de infrastructuur van een
bedrijf dat een platform vormt voor de IT-toepassingen.
De IT-infrastructuur van een bedrijf bestaat uit:
- de computersystemen van het bedrijf;
- de ondersteunende programmatuur (middleware) die nodig is
om IT-toepassingen te ontwikkelen, te beheren en te laten
functioneren tijdens gebruik, zoals besturingssoftware, database-managementsystemen,
ontwikkeltools en beheertools.
IT-toepassing
- Een IT-toepassing (of kortweg toepassing) wordt gevormd door
de programmas en gegevens of de objecten [2] van een informatiesysteem
die een bepaald bedrijfsproces ondersteunen.
Een andere benaming voor toepassing is applicatie. Een toepassing
wordt door de gebruiker als een eenheid ervaren die een bepaald
bedrijfsproces geautomatiseerd uitvoert of de gebruiker bij het
uitvoeren van een bedrijfsproces ondersteunt. Op dit moment is
een toepassing een programma dat door de gebruiker wordt opgestart.
In de toekomst bestaat een toepassing uit objecten [2] die door
de gebruiker worden geopend. Generieke toepassingen zoals een
tekstverwerker ondersteunen bepaalde niet-specifieke werkzaamheden.
Specifieke (maatwerk)toepassingen ondersteunen bepaalde vast voorgeschreven
bedrijfsprocessen zoals een bepaald administratief proces.
Materieel
product
- Een materieel product is een product dat ontstaat door bewerking
van materie (grondstoffen) door mensen (met handen of gereedschappen)
of door machines.
Een auto is een voorbeeld van een materieel product.
Multimedia
- Multimedia is dat deel van de informatietechnologie dat zich
bezighoudt met de geïntegreerde verwerking en presentatie van
alle vormen van elektronische gegevens, zoals tekst, beeld en
geluid. Multimedia werkt met elektronische documenten die al deze
vormen van gegevens in de vorm van elektronische objecten [2]
kunnen bevatten.
Netwerk
- Een netwerk is een verzameling van onderling doorverbonden zaken.
Het begrip netwerk komt in dit boek op drie manieren voor:
- Een netwerk van computers die onderling zijn doorverbonden
met datacommunicatielijnen (een netwerksysteem).
- Een netwerk van coöperatieve toepassingen in de vorm van
met elkaar communicerende objecten [2] op de diverse computers
in een netwerksysteem.
- Het netwerk als organisatievorm waarin relatief autonome
bedrijven en mensen op voet van gelijkwaardigheid samenwerken.
Netwerksysteem
- Een netwerksysteem is een computersysteem dat gebaseerd is op
een netwerk van computers.
De term netwerksysteem wordt gebruikt ter onderscheid van de conventionele
op één centrale computer gebaseerde computersystemen van bedrijven
en van individueel gebruikte PCs. Een netwerksysteem bevat
werkstations voor de gebruikers en ondersteunende computers voor
taken als gegevensopslag, netwerkbesturing en massale transactieverwerking.
Non-materie
- Alles wat niet uit materie bestaat: het onstoffelijke.
De term non-materie wordt gebruikt om de tegenstelling aan te
geven met materie, de (grond)stoffen waaruit materiële zaken (materiële
producten, menselijk lichaam) zijn opgebouwd. Non-materie zijn
de gegevens (de immateriële grondstof) waaruit immateriële producten
zijn opgebouwd. Ook de kennis en het inzicht die bestaan in de
menselijk geest en die verwoord worden in de gesproken taal zijn
non-materie.
Non-materierevolutie
- Dit is onze benaming voor de komende sociaal-economische revolutie
waarbij door toepassing van IT en telecommunicatie het belang
en de rol van immateriële producten in de samenleving sterk zullen
toenemen.
In de literatuur wordt hiervoor de benaming informatierevolutie
gebruikt.
Object
[1]
- Een object is elk ding dat zich aan de menselijke zintuigen
voordoet, of het is een zaak, proces of persoon waarover men aan
het spreken of denken is.
Objecten kunnen zowel werkelijk bestaand als denkbeeldig zijn.
Object als IT-toepassing
[2]
- Een object als IT-toepassing is een verzameling digitale gegevens
die bedoeld is om het gedrag van een object [1] na te bootsen,
vast te leggen en weer te geven.
Een object bestaat uit:
- de gegevens om de toestand van het object vast te leggen
en weer te geven;
- de instructies (eveneens digitale gegevens) om het gedrag
van het object na te bootsen, vast te leggen en weer te geven.
Een object kan een wisselwerking hebben met de gebruiker via een
gebruikersinterface en het kan via berichten communiceren met
andere objecten. Objecten maken een nieuw soort immaterieel product
mogelijk. Tot nu toe zijn immateriële producten statisch opgebouwd
uit gegevens, zoals de tekst in boeken, beeldjes in een film en
digitale gegevens in een database. De beeldjes in een film kunnen
door projectie wel dynamisch gedrag weergeven, maar dit levert
bij iedere projectie hetzelfde gedrag op. Een immaterieel product
dat is opgebouwd uit objecten, bevat als gegevens ook de instructies
voor zijn eigen gedrag. De gebruiker of het object zelf kunnen
deze instructies wijzigen.
Omgeving
(van een bedrijf)
- De omgeving van een bedrijf is de kring van externe relaties
waarin een bedrijf zich beweegt.
De omgeving omvat onder andere klanten, leveranciers, concurrenten,
partners, de overheid, maatschappelijke instanties en de media.
Onderneming
- Andere benaming voor bedrijf.
De naam onderneming benadrukt dat een bedrijf activiteiten onderneemt
die een vernieuwend karakter hebben en waarbij het bedrijf bewust
risicos loopt.
Organisatie
[1]
- Een levend en door de deelnemers bewust gezocht samenwerkingsverband
tussen natuurlijke of rechtspersonen, die daarbij al dan niet
gebruik maken van middelen.
Een organisatie in deze zin is een zelfstandig, geordend geheel
van mensen en middelen die bepaalde processen uitvoeren. Een bedrijf
is een organisatie die aan andere personen of rechtspersonen producten
levert of diensten verleent. Een organisatie is niet altijd een
bedrijf, maar een bedrijf is wel altijd een organisatie.
Organisatie [2]
- Organisatie [2] is de activiteit of functie van het organiseren.
In deze betekenis is organisatie dus een bezigheid.
Voorbeeld in context: Hij is belast met de organisatie van
de bijeenkomst.
Organisatie [3]
- Een organisatie [3] is de wijze waarop een organisatie [1] functioneert.
Bij voorkeur is dit het resultaat van het organiseren, maar soms
is een organisatie [3] historisch gegroeid zonder bewuste organisatie-[2]-activiteiten.
In deze betekenis geldt: een bedrijf heeft een organisatie, waarmee
we bedoelen een specifieke invulling van de inrichting aan mensen
en middelen en een specifieke invulling van de bedrijfsvoering,
waarbij tevens de rol van mensen en middelen in de bedrijfsvoering
is vastgelegd. Het is deze organisatie [3] die verandert bij een
transformatie van het bedrijf. Organisatie [3] kent (organisatie)vormen,
zoals de in dit boek beschreven hiërarchische organisatie en de
netwerkorganisatie.
Product
- Een product is een voortbrengsel van verrichte arbeid dat overdraagbaar
is aan andere personen.
Door een bedrijf verrichte arbeid brengt een product voort dat
vervolgens aan klanten verkocht en geleverd kan worden. Het product
gaat over in het bezit van de klant. De klant is zelf weer in
staat het product te verkopen of uit te lenen aan derden.
Programma
- Een programma is een serie gecodeerde instructies volgens welke
een elektronisch apparaat (zoals een computer) gegevens moet bewerken,
opslaan of presenteren of volgens welke het gedrag van een elektronisch
apparaat (zoals een robot of een moderne naaimachine) gestuurd
wordt.
Zowel programmas als gegevens voor een computer zijn binair
gecodeerd. De huidige scheiding tussen programmas en gegevens
komt steeds meer te vervallen doordat programmas en gegevens
vaker worden gecombineerd in objecten [2], die zowel de gegevens
als de instructies voor het eigen gedrag omvatten.
Telecommunicatie
- Telecommunicatie is communicatie tussen mensen en/of datacommunicatie
tussen computers die over grotere afstanden plaatsvindt via netwerken
zoals het telefoonnet en Internet.
Transformatie
- Een transformatie is een doelbewuste verandering die een bedrijf
doorvoert in zijn organisatie [3].
De transformatie kan resulteren in een wijziging in:
- de scope van het bedrijf, dat zijn de producten of diensten
die het bedrijf op de markt aanbiedt;
- het externe netwerk van het bedrijf, dat zijn de relaties
met klanten, leveranciers, partners en andere externe personen
en organisaties [1];
- de wijze van besturen en uitvoeren van de bedrijfsprocessen.
Ten behoeve van deze transformaties in de bedrijfsvoering wordt
ook de inrichting aan mensen en middelen veranderd, inclusief
de rol die zij spelen in de bedrijfsvoering.
Reëel bedrijf
- Onder het reële bedrijf verstaan we dat deel van de bedrijfsprocessen
van een bedrijf dat binnen de eigen bedrijfsvestigingen plaatsvindt
en dat gebruik maakt van de eigen middelen van het bedrijf.
Eigen bedrijfsvestigingen zijn de centrale vestigingen van het
bedrijf (back offices en production plants) waar de feitelijke
productie- of dienstverleningsprocessen en het centrale management
plaatsvinden, en decentrale klantgerichte vestigingen (front offices),
zoals filialen en winkels die gebruikt worden om klanten te benaderen.
Virtual reality
- Letterlijke betekenis schijnbare werkelijkheid.
Virtual reality is de benaming voor dat deel van de informatietechnologie
dat zich richt op het maken realistische elektronische objecten
[2] en gebruikersinterfaces die de gebruiker een bepaalde situatie
zo reëel mogelijk laten beleven. Deze situatie kan kunstmatig
gecreëerd zijn of op een andere plaats of tijd zijn opgenomen
dan de plaats of de tijd van weergave.
Virtueel bedrijf
- Onder het virtuele bedrijf verstaan we dat deel van de bedrijfsprocessen
van een bedrijf dat zich buiten de eigen bedrijfsvestigingen afspeelt
en dat gebruik maakt van de middelen van derden.
Voorbeelden van het virtuele bedrijf zijn het thuis werken (home
office) van medewerkers of het thuis bankieren (extended office)
van klanten van banken op de eigen PC.
Welvaart
- Welvaart is een toestand van voorspoed en gunstige ontwikkeling
in maatschappelijk en economisch opzicht zowel van individuen
als van de samenleving als geheel.
Welvaart is niet alleen economische groei, maar vooral ook sociale
vooruitgang en culturele bloei waaraan grote delen van de bevolking
deel hebben.
Welzijn
- Het welbevinden van mensen in lichamelijk en geestelijk opzicht.
Welzijn is iets dat mensen individueel beleven. Welzijn staat
los van welvaart. Ook zonder welvaart kunnen mensen zich lichamelijk
en geestelijk goed voelen. Omgekeerd kunnen bepaalde gevolgen
van welvaart een bedreiging zijn voor het welzijn. Welzijn wordt
meer bepaald door sociale stabiliteit en culturele bloei dan door
economische vooruitgang.
|