Het Begin begint bij de Vrije Universiteit natuurlijk in Johannes 1;
deze luidt als volgt[21]:
In den beginne was het Woord,
en het Woord was bij God,
en het Woord was God.
Dit was in den beginne bij God.
Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt,
en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt,
dat gemaakt is.
Hieruit blijkt duidelijk dat volgens de Christelijke Traditie de schepping
begint met een klank3),
een oerklank zo u wilt, waarin de gehele betekenis van de schepping4)
ligt vervat. Dit idee is overigens niet uniek voor de Christelijke Traditie.
Ook in andere grote Tradities blijkt deze schepping een gesproken daad
te zijn. In de boeken van Mozes vinden we de uitspraak (Genesis 1 vers
3): 'En God zeide: Daar zij licht! En daar werd licht.' De Griekse Traditie
kent de Logos, de Indische Traditie het heilige woord AUM en de Chinese
Traditie het onuitsprekelijke TAO.
In de zogenaamde oertijd was het dus eenvoudig: luisteren impliceerde
kennen, begrijpen en weten5).
Maar toen kwam het schrift. De uitvinding van het schrift werd door
Plato toegeschreven aan de Egyptische god Theuth, die daar zeer trots
op was.
In de mythe[22]
van Theuth vertelt deze aan koning Thamos van Egypte: 'Dit, o koning,
is de kunst die zal maken dat de Egyptenaren wijzer worden en dat hun
geheugen gescherpt wordt, want deze vinding is een tovermiddel voor
geheugen en wijsheid!' Doch koning Thamos merkte fijntjes op dat zijn
vinding vergetelheid zal brengen in de geest van hen die er gebruik
van zullen maken, omdat zij dan hun geheugen niet meer oefenen. 'Want,'
zo vervolgde hij, 'door hun vertrouwen in het schrift te stellen zoeken
zij met behulp van vreemde tekens hun geheugen buiten zichzelf. Gij
verschaft uw leerlingen de schijn van wijsheid, maar niet de waarheid.
Want als zij veel hebben gelezen zullen zij de indruk maken veel te
weten, terwijl zij in feite onwetend zijn.'6)
De drang naar het verzamelen van feiten is na Theuth in hoog tempo
doorgegaan. In zijn utopische roman Het kralenspel[23],
die omstreeks het jaar 2200 speelt, geeft Hermann Hesse een terugblik
op het 'feuilletonistische' tijdperk, de eerste helft van onze eeuw.
Hij beschrijft daar een situatie waarin rond elke gebeurtenis, zoals
de verkoop van een beroemd schilderij, de veiling van een waardevol
handschrift, het afbranden van een oud kasteel, een schandaal in een
adellijke familie, vele duizenden feuilletons werden geschreven, waarin
grote hoeveelheden feiten werden gepresenteerd van allerlei aard: anekdotisch,
historisch, psychologisch, erotisch etc. Over elk actueel gebeuren barstte
een verwoed geschrijf los. Overigens behoorden er tot het feuilleton
ook bepaalde spelletjes die de lezers zelf activeerden en waarin ze
hun oververzadigde feitenkennis konden spuien, zoals het vreemde verschijnsel
van het 'kruiswoordraadsel'. Duizenden mensen zaten in hun vrije tijd
over vierkanten en kruisen uit letters gebogen, waarvan zij de hokjes
volgens bepaalde spelregels invulden.
Deze toestand die Hermann Hesse beschreef in 1943, herkennen wij vijftig
jaar later nog steeds. Het schrijven van de feuilletons is vervangen
door het computerondersteund genereren van allerlei, meestal nietszeggende
feitenkennis door alles met alles te associëren. De kruiswoordpuzzels
zijn vervangen door computerspelletjes die langzaam doch gedegen elke
vorm van creativiteit in de kiem smoren.
Het lijkt wel of wij steeds meer verslaafd raken aan het produceren
van teksten. Voor wie? Voor wat? Een informatielawine, die vaak meer
ontstaat uit de behoefte van de verzender om iets uit te zenden dan
van de ontvanger om iets te weten: het bekende 'zendelingensyndroom'.
Dit is het circus waarin de computer is geboren. Dit is de toestand
van de wereld, een door informatie oververzadigde maatschappij, waarin
het proces van automatiseren is opgestart. Een ontwikkelingsgang die
is begonnen met een enkelvoudig woord en die is ontaard in een kakofonie
waarin het nog nauwelijks mogelijk is tot enig begrip te komen.
Toch zijn we vaak genoeg gewaarschuwd door de wijzen. Lau Tse[24]
vertelt ons: 'Wie het weten, spreken niet; wie spreken, weten het niet.'
De kern van de boodschap van Krishnamurti[25]
luidt: 'De beschrijving is niet het beschrevene.'7)
De overbekende boerenwijsheid zegt ons: 'Spreken8)
is zilver, zwijgen is goud.'
Zelfs Plato, die heel veel tekst heeft geproduceerd, verklaart op latere
leeftijd naar aanleiding van de plagiaatkwestie met Dionysios[27],
dat de Waarheid niet is op te schrijven. De enkelen die werkelijk geïnteresseerd
zijn, zijn in staat aan de hand van kleine aanwijzingen zelf ontdekkingen
te doen. Zelfkennis is immers niet te bereiken door het verwerven van
veel feiten, zelfs niet met behulp van computerapparatuur. Zelfkennis
wordt verworven door reflectie op woorden van wijsheid, die terugvoeren
naar het Woord in het Begin.