Automatisering: vloek of zegen?' Of had het moeten zijn: 'Automatisering:
vloek en zegen!'? Want automatisering op zich is een neutrale aangelegenheid;
het is de wijze waarop wij ermee omgaan die het tot vloek of zegen maakt
(zie ook voetnoot19).
In feite geldt dit voor elke vinding. De TV, de videorecorder, de computer;
het zijn allemaal mogelijkheden tot waar genot, doch ze bezitten ook
een zuigkracht die ons kan verleiden tot een mechanische existentie,
waarin weinig waar leven is te ontdekken. Het gaat dus om de wijze waarop
wij ermee omgaan; dit geldt al vanaf het dynamiet van Nobel ruim honderd
jaar geleden tot de kernenergie die wij deze eeuw ontdekten. Maar nu
hebben wij een uitvinding gedaan die dan misschien niet in staat is
om de wereld te vernietigen, maar wel om het menselijk leven te bevriezen.
Te bevriezen in vaste patronen die een hechte gevangenis vormen voor
het menselijk bewustzijn, gevangen in het web van het (geautomatiseerde)
denken, zou Krishnamurti zeggen. Diezelfde Krishnamurti[36]
vraagt zich op latere leeftijd af of het menselijk brein zal atrofiëren
(= wegkwijnen) als de computer steeds meer zijn functies overneemt.
De zegen van deze technologie ligt in het overbruggen van de discrepantie
tussen het ritme van de natuur en de kunstmatige patronen in de cultuur
en liefst dit hiaat weer te verkleinen. Want zolang er een schepping
bestaat, dienen wij daarin volop te leven26)
en deze liefst op een zakelijke manier te beheren27).
Natuurlijk is het belangrijk om te weten hoe informatietechnologie kan
worden gebruikt. Niet om de schepping te complexificeren, maar om haar
te simplificeren: de weg van het midden, het midden tussen computeridiotisme
en computeranalfabetisme!
Vaak wordt gezegd dat automatisering slechts een ondersteunende functie
is. Deze ondersteuning zou echter niet moeten impliceren dat onze mechanische
manier van leven beter geolied gaat lopen, maar dat de automatisering
ondersteunt bij het ontwaken uit onze vastgeroeste gewoontepatronen.
In de theoretische natuurkunde, de discipline waarin ik mijn doctorsgraad
verwierf, is het mechanistische wereldbeeld van Descartes aan het begin
van deze eeuw doorgeprikt. De automatisering zou het hulpmiddel kunnen
zijn waarmee we de mechanische patronen in onze geest kunnen opruimen.
Als automatisering en geestelijke ontwikkeling hand in hand gaan, kunnen
wij een nieuwe renaissance tegemoet zien waarin het de plicht van elke
informaticus is, het menselijk aspect te bewaren in die automatisering.
Per slot van rekening leven we in een fascinerende wereld. Als we de
maat weer kunnen vinden, wordt het toeven in deze fysieke wereld een
feest op aarde. Of, zoals mijn bazen bij de Arc de Triomphe (niet te
verwarren met de hemelpoort), plegen te zeggen: een leven als god in
Frankrijk.
Heeft u aan het einde van deze verhandeling meer vragen dan antwoorden,
dan zijn we op de goede weg. In de Kena-Upanishad[38]
staat immers: 'Indien ge denkt dat ge Het kent door de natuur te onderzoeken,
onderzoek dan nog eens.' Antwoorden sluiten af, vragen kunnen leiden
tot bewustwording.
Gekomen aan het einde van mijn rede zou ik Hermann Hesse[23]
posthuum willen vragen: wat vind je van de feuilleton die ik heb geconcipieerd;
heb ik voldoende met voldoende geassocieerd? De beginzin uit het nieuwe
testament sluit ik af met het oude testament[21]
door de vermaning uit Prediker 12 vers 12: 'Wees gewaarschuwd; van vele
boeken te maken is geen einde, en veel lezens is vermoeiing des vleses'.
En u, lieve toehoorders, dank ik voor het geduld waarmee u naar mij
hebt willen luisteren.