Vision

De wereld van Morgen
Hans Goedvolk
 

2.2 Maatschappelijke trends

vorigevolgende

Tussen veranderingen in de interne organisatie en veranderingen in de omgeving bestaat doorgaans een sterke wisselwerking. Veranderingen in de omgeving vormen het krachtenveld waarin een bedrijf zich bevindt.

 

Afbeelding 2.2 Bedrijf en omgeving.

In deze paragraaf geven we een impressie van de veranderingen in onze westerse samenleving, waar alle bedrijven mee te maken hebben. Op dit moment vinden grote veranderingen plaats, die in omvang en tempo slechts toenemen: politieke, sociale, economische, wetenschappelijke en technologische veranderingen. Tussen veel veranderingen zitten onderlinge wisselwerkingen. Niet alleen lokt de ene verandering de andere uit, veranderingen kunnen elkaar ook afzwakken of versterken.

Politieke veranderingen
Momenteel voltrekken zich in hoog tempo grote politieke veranderingen. In Oost-Europa zijn bijvoorbeeld de communistische regimes verdwenen. De consequenties hiervan voor West-Europa en de Europese Unie (EU) zijn nog steeds onduidelijk, maar dat ze ingrijpend zullen zijn, staat vast. Door het Verdrag van Maastricht is een verdere ontwikkeling in gang gezet om te komen tot één Europese munteenheid, hetgeen grote gevolgen zal hebben voor de overheidsfinanciën. Alle lidstaten zijn nu gedwongen hun tekorten terug te dringen.
Dit is mede een reden voor de politiek om de taken van de overheid te beperken en het aantal subsidies voor burgers en bedrijven terug te brengen. De overheid moet meer bedrijfsmatig en klantgericht gaan werken. Dit leidt tot verzelfstandiging en privatisering van overheidsinstellingen.

Lagere economische groei In de periode van 1945 tot 1970 heeft de westerse economie een sterke groei doorgemaakt. Een belangrijke drijvende kracht achter deze economische groei was de industriële produktie en in het bijzonder de massaproduktie van consumptiegoederen. Deze ontwikkeling heeft vooral in de westerse wereld een grote materiële welvaart gebracht. Na 1970 is in Nederland, maar ook in andere landen, het tempo van de economische groei afgenomen. Weliswaar is er nog steeds sprake van enige gemiddelde groei van het bruto nationaal produkt, maar een punt van zorg is de werkgelegenheid en vooral de arbeidsparticipatie. In de industrie en de agrarische sector is de werkgelegenheid fors gedaald. In de dienstensector is de werkgelegenheid aanvankelijk sterk gestegen, maar ook daar stagneert momenteel de groei en wordt een dalende tendens zichtbaar. Alleen in de hoger gekwalificeerde banen is nog enige groei. Veel lager gekwalificeerd werk, zoals in de zorgsector en het onderhoud van huizen, wordt steeds vaker en steeds langer uitgesteld of blijft geheel onuitgevoerd. Het volume aan uit te voeren werkzaamheden op zich neemt niet af. De behoefte aan uitbesteding van werk is duidelijk aanwijsbaar. Maar de financiële middelen om derden opdracht tot betaald werk te geven zijn voor bedrijven, particulieren en de overheid geleidelijk zodanig afgenomen dat men van veel uitbesteding geheel moet afzien.

Internationalisering van de economie
Internationalisering is de trend in veel bedrijfssectoren. Niet alleen grote multinationals, maar ook kleinere bedrijven en particulieren gaan in toenemende mate in wereldwijde interorganisaties samenwerken. In veel gevallen fungeren IT en telecommunicatie hierbij als katalysator. Telecommunicatie reduceert de betekenis van afstanden en maakt mensen beter bereikbaar. Ontwikkelingen in de telecommunicatie leiden tot steeds lagere kosten voor wereldwijde communicatie tussen mensen en het verzenden van berichten en documenten tussen computersystemen.

Individualisering
In het verleden behoorden mensen veel meer dan nu het geval is tot een bepaalde sociale groep. Een groep was herkenbaar aan gemeenschappelijke kenmerken zoals godsdienst, afkomst, sociale status, kleding en gewoonten. De laatste jaren is het proces van ontzuiling en individualisering steeds krachtiger gaan doorzetten. Een breed scala aan persoonlijke keuzen vervangt de traditionele vanzelfsprekende keuzen van de groep. Dit wordt versterkt door het toegenomen opleidingsniveau en de grotere mondigheid van de mensen. Voor bedrijven houdt dit in, dat zij hun produkten en diensten moeten afstemmen op de individuele levenswijze en wensen van hun klanten. Flexibilisering van bedrijfsprocessen is dan ook een veel voorkomende doelstelling van organisatieverandering. Dit geldt niet alleen voor commerciële bedrijven. Ook non-profitorganisaties, zoals overheidsinstellingen, zien zich genoodzaakt veel meer met individuele wensen van de burger rekening te houden.

Vergrijzing
De bevolkingsopbouw van Nederland en vele andere Westerse landen is zodanig, dat de komende jaren de vergrijzing sterk zal toenemen. Een groot aantal ouderen zal het arbeidsproces verlaten. Het gemiddeld aantal kinderen per gezin is de afgelopen 40 jaar sterk gedaald. Daardoor treden minder jongeren toe tot de arbeidsmarkt, waardoor per saldo het aantal werkenden daalt. Het toch al hoge aantal niet-werkenden ten opzichte van het aantal werkenden zal hierdoor nog verder toenemen.

Toenemende specialisatie en complexiteit
Produkten worden steeds complexer. Industriële produkten zoals auto’s en vliegtuigen zijn hiervan goede voorbeelden. In de financiële wereld worden diensten van banken complexer. Denk aan opties van aandelen, spaarhypotheken, en de geheel nieuwe ‘derivaten’. Steeds meer specialisten moeten samenwerken om een produkt of dienst te ontwikkelen en te realiseren, en hun kennis moet steeds groter zijn.

Veroudering kennis
Het wordt voor werkenden steeds moeilijker te voldoen aan de al maar stijgende eisen aan hun kennis en vaardigheden, eens te meer omdat de toename in complexiteit van produkten en diensten gepaard gaat met versnelde vernieuwing en aanpassing van overeenkomstige bedrijfsprocessen. De benodigde kennis en vaardigheden om dit soort werk goed te kunnen doen, wijzigen daardoor steeds sneller. Veel mensen, jong en oud, zijn niet meer in staat het tempo van deze veranderingen bij te houden. Veel van wat jongeren nu op school leren is binnen korte tijd minder of in het geheel niet meer bruikbaar. Er is meer aandacht nodig voor het vergroten van het aanpassingsvermogen van jongeren en voor het omscholen van werkenden.

Milieu
De laatste twintig jaar is duidelijk geworden welke nadelige gevolgen industrialisatie, intensieve landbouw, massaal transport en energieverbruik voor het milieu hebben. Toenemende maatschappelijke en politieke druk in combinatie met nieuwe wetgeving dwingen bedrijven energiezuinig en milieuvriendelijk te werken. Om aan de eisen te kunnen voldoen, moeten bedrijven hun produkten, produktiemethoden en transportvormen aanpassen.

Snellere produktverandering en marktverzadiging
De laatste jaren is er een versnelling opgetreden op het gebied van technologische innovaties en het op de markt brengen van verbeterde en nieuwe produkten. Dit werd mede veroorzaakt door de noodzaak in te spelen op de individuele wensen van klanten en de toegenomen concurrentie door internationalisering van de handel. Bedrijven moeten steeds sneller met nieuwe produkten en diensten op de markt kunnen komen. De levenscyclus van produkten als auto’s en consumentenelektronica wordt steeds korter. Ook in de financiële wereld komen instellingen regelmatig met nieuwe vormen van dienstverlening, bijvoorbeeld nieuwe specifieke hypotheekvormen. Het steeds hogere tempo waarin de overheid nieuwe fiscale maatregelen neemt, is hierop mede van invloed.

Tempo van veranderingen
Velen hebben het gevoel dat het tempo van veranderen versnelt. Het lijkt wel alsof we steeds minder tijd hebben. Sinds de ontdekking van de wiskundig gefundeerde chaostheorie weten we, dat deze toenemende turbulentie in de veranderingen erop duidt dat we ons in een periode van overgang bevinden naar een nieuwe maatschappelijk orde. Dit soort overgang vindt zijn oorzaak in ontwikkelingen die de bestaande gevestigde orde, en daarmee onze sociaal-economische stabiliteit, ondergraven. Een deel van de hiervoor beschreven ontwikkelingen draagt hier ongetwijfeld toe bij.
De sociaal-politieke eensgezindheid die er in de Westerse wereld tussen 1945 en 1970 bestond over de richting waarin economie en samenleving zich moesten ontwikkelen, is de laatste jaren verloren gegaan. De grenzen van de materiële welvaart lijken te zijn bereikt. Het is niet duidelijk in welke richting de ontwikkelingen zullen gaan. Aan de ene kant nemen overheid en bedrijven nog maatregelen om de gevestigde sociaal-economische orde zoveel mogelijk in stand te houden. Deze maatregelen sorteren echter steeds minder effect, waardoor de bestuurders menen dat weer snel nieuwe maatregelen nodig zijn. Aan de andere kant zijn er op kleine schaal al veranderingen die het ontstaan inluiden van een nieuwe maatschappelijke orde. Kenmerkend is de overgang naar een nieuw collectivisme. Er ontstaan nieuwe vormen van samenwerking tussen zelfstandige mensen en autonome organisaties. Bedrijven die elkaar niet meer beconcurreren maar strategische allianties aangaan om een nieuw produkt te kunnen uitbrengen. Mensen met specialistische kennis gaan in teams samenwerken om gezamenlijk een resultaat te leveren. IT en telecommunicatie zijn katalysatoren in dit veranderingsproces.

vorigvolgende
website: Daan Rijsenbrij