Voor bedrijven betekenen IT en
de ontwikkeling ervan een continu leerproces. Voortdurend bieden de
IT-leveranciers nieuwe mogelijkheden aan, waar de bedrijven gebruik
van kunnen maken. In deze paragraaf geven we een beeld van dit leerproces.
De ontwikkeling van IT bij bedrijven verliep lange tijd langs twee
hoofdlijnen: het gebruik van centrale computersystemen
en dat van personal computers.
Centrale computersystemen
De centrale computersystemen - van grote mainframes tot kleine minisystemen
- kennen globaal twee soorten toepassingen.
Batch-toepassingen verzorgen de massale geautomatiseerde verwerking
van gegevens. On line-toepassingen
ondersteunen de gebruiker bij het rechtstreeks raadplegen en bewerken
van gegevens vanaf de werkplek.
Personal computers
De personal computer staat op de werkplek en fungeert als hulpmiddel
bij de persoonlijke werkzaamheden van de gebruiker en steeds meer ook
als terminal van een centraal systeem.
Inmiddels is een volgende fase in volle gang: de geleidelijke integratie
van beide soorten systemen in interne en externe computernetwerken.
Het computersysteem van een
bedrijf wordt een netwerksysteem
van werkstations voor medewerkers en van ondersteunende computers. Deze
netwerksystemen van bedrijven
komen via telecommunicatie
in verbinding te staan met elkaar en met thuissystemen (in eerste instantie
PC's) van particulieren.
Toepassing van netwerksystemen
Het toepassen van netwerksystemen leidt tot een sterke integratie van
IT-toepassingen in de bedrijfsvoering.
De toepassingen op een netwerksysteem bieden dan ook veel meer mogelijkheden
dan het conventionele verwerken en bewerken van gegevens of het ondersteunen
van persoonlijke werkzaamheden. Netwerksystemen vormen een infrastructuur
voor toepassingen die zich specifiek richten op de samenwerking
van mensen en bedrijven. Netwerksystemen in combinatie met de juiste
toepassingen vormen coöperatieve systemen. Ze ondersteunen de
samenwerking, de coöperatie van mensen. Dit opent voor bedrijven nieuwe
toepassingsmogelijkheden van IT. Deze worden uitgebreid beschreven in
hoofdstuk 3. We geven er hier een kort overzicht van:
- Automatisering van de besturing
van delen van de bedrijfsprocessen.
Hierbij behoudt de mens in de rol van operator, supervisor of manager
de eindverantwoordelijkheid. De geautomatiseerde besturing maakt een
flexibele inrichting van de voortbrengingsprocessen
van produkten en diensten
mogelijk.
- Het computerondersteund ontwerpen van nieuwe en verbeterde produkten
en diensten.
- Ondersteuning van het werken in teamverband. De teamleden kunnen
verspreid over het hele bedrijf samenwerken, waarbij hun werk met
behulp van IT wordt gecoördineerd. De teamleden kunnen ook verspreid
zijn over een interorganisatie
van bedrijven.
- Sterke integratie van computersystemen van bedrijven en particulieren
via telecommunicatie. Dit leidt tot intensivering van gegevensuitwisseling
tussen de deelnemers en tot integratie van hun IT-toepassingen. Dit
bevordert de communicatie tussen
de deelnemende bedrijven en particulieren. Hierdoor zijn ze beter
in staat de gemeenschappelijke processen te besturen en te coördineren.
Zo ontstaat een hechte interorganisatie van bedrijven en particulieren.
- Aanpassing van de bestuursstructuur van de organisatie
of interorganisatie door gebruik te maken van IT en communicatiefaciliteiten.
Dit is de verschuiving van een hiërarchische naar een netwerkorganisatie.
Daardoor treden belangrijke veranderingen op in de wijze van management
en besturing van de organisatie.
Het leerproces voor een nieuwe technologie
Het gebruik van IT maakt eenzelfde evolutie door als het gebruik van
elke andere nieuwe technologie. Dit leerproces heeft zes stadia: ontkenning,
verkenning, vervanging, integratie, transformatie
en transparantie. Voorbeelden van nieuwe technologieën die deze stadia
reeds hebben doorlopen, zijn de telefoon en de auto. Ook de ontwikkeling
van netwerksystemen zal deze stadia doorlopen.
Afbeelding 2.3 Leerstadia in het gebruik van een nieuwe technologie.
Na een stadium van ontkenning en verkenning gaat het
bedrijf over tot serieuze afweging of een technologie voor hem van nut
kan zijn. Luidt het antwoord positief, dan volgt het vervangingsstadium.
Men laat bestaande delen van de bedrijfsvoering voortaan uitvoeren door
of met behulp van de nieuwe technologie. Hiermee beoogt men meestal
geïsoleerde bedrijfsprocessen efficiënter en sneller uit te voeren,
echter zonder ze wezenlijk te veranderen.
In het integratiestadium, worden de geïsoleerde toepassingen
van de technologie tot een samenhangende infrastructuur samengevoegd.
De bedrijfsvoering verloopt daardoor niet alleen goedkoper maar ook
beter en effectiever. Dat de kosten voor de baten uitgaan, is in dit
stadium een aanvaard uitgangspunt. Men verandert in dit stadium de bedrijfsprocessen
en de technologie wel elk apart, maar niet echt in onderlinge samenhang.
Dit beperkt de toepassingsmogelijkheden. Het blijft dan ook de vraag
of na de kosten voldoende baten komen.
In het stadium van de transformatie, verlopen bedrijfsprocessen
geheel anders dan voorheen. Vaak beoogt men daarmee een groter rendement
te bereiken. De nieuwe technologie draagt ertoe bij dat de bedrijfsprocessen
gaan verlopen in een andere vorm of op andere locaties, of voor een
deel zelfs komen te vervallen. Deze transformatie gaat vaak gepaard
met een extern gerichte blik. Men maakt bij de beslissingen tot transformatie
afwegingen op basis van kansen en risico's en houdt zich bezig met de
concurrentiepositie van het bedrijf in zijn omgeving.
De technologie kan leiden tot nieuwe produkten of diensten, en aanleiding
zijn het netwerk van relaties met
klanten en leveranciers anders in te richten.
De groeiende interactie tussen de technologie en de bedrijfsprocessen
heeft ook intensivering van de interactie tussen mens en de technologie
tot gevolg. De technologie wordt voor de mensen steeds eenvoudiger in
het gebruik. De PC is daarvan een goed voorbeeld. Bovendien begrijpen
de mensen steeds beter hoe ze de technologie kunnen benutten in allerlei
toepassingen. De mensen gaan de technologie als iets normaals ervaren.
Ze hoeven er niet van alles van de technologie te weten om ermee te
kunnen werken. Het gebruik verloopt transparant. De mensen worstelen
niet meer met de technologie, maar zij werken er gewoon mee - net zoals
dat nu het geval is met de telefoon en met de auto.
We onderkennen twee belangrijke omslagpunten waar niet elke nieuwe
technologie doorheen komt. Het eerste is dat van de erkenning, van de
bewezen toepasbaarheid. Bedrijven en particulieren gaan de technologie
op grote schaal toepassen. Het tweede omslagpunt is dat van de merkbare
invloed. De technologie wordt zodanig toegepast dat dit merkbare
veranderingen tot gevolg heeft: veranderingen in manieren van zaken
doen, maar ook in het sociale verkeer.
Het leerproces voor nieuwe IT
Ook het gebruik van IT maakt een evolutie door. De weg naar het volwassen
omgaan met IT is een leerproces op zich. Uiteraard zijn er binnen de
IT ontwikkelingen geweest die niet verder kwamen dan het stadium van
verkenning. We constateren dat de conventionele centrale computersystemen
en de PC het eerste omslagpunt zijn gepasseerd. In toenemende mate passeren
zij ook het tweede omslagpunt.
De rol van IT in bedrijven zal door de nog steeds aanhoudende stroom
van technologische vernieuwingen in de komende jaren aanhoudend en ingrijpend
blijven veranderen. Momenteel speelt bijvoorbeeld de overgang naar computernetwerken,
multimedia, workflowmanagement,
documentaire informatiesystemen, objectgeoriënteerde technologie en
kennistechnologie.
Bedrijven moeten voor al deze nieuwe technologieën het leerproces
doorlopen. Veel bedrijven verkeren in de gewenningsfase of zijn begonnen
met de eerste geïsoleerde toepassingen van deze nieuwe technologieën.
Ontwikkelingsstadia bij het toepassen van netwerksystemen
We plaatsen het bovengenoemde IT-leerproces in het perspectief van de
netwerksystemen. Bedrijven doorlopen vier ontwikkelingsstadia die als
volgt samenhangen met de laatste vier stadia in het leerproces:
- Toepassen van de afzonderlijke technologieën in specifieke bedrijfssituaties
(eilandautomatisering).
- Integreren van nieuwe en bestaande IT in een netwerksysteem. Dit
dient als IT-platform voor de interne organisatie of voor externe
interorganisaties.
- Transformeren van de bedrijfsprocessen met behulp van toepassingen
op dit IT-platform.
- Transparantie van de toepassingen en het IT-platform, waarbij beiden
een 'normaal' en gemakkelijk middel worden voor de mensen in het bedrijf.
Stadium 1: eilandautomatisering
In dit eerste stadium doet men ervaring op met een bepaalde vorm van
nieuwe IT. Na een gewenningsfase gaat men over tot afzonderlijke toepassing
in specifieke bedrijfssituaties. Er is sprake van 'eilandautomatisering'
aangezien de nieuwe toepassingen doorgaans los staan van elkaar en van
bestaande toepassingen. Vaak hebben de nieuwe toepassingen ook hun eigen
IT-infrastructuur, zoals
aparte computers die niet gekoppeld zijn aan elkaar of aan de bestaande
IT-infrastructuur. Meestal is de automatisering in dit stadium voornamelijk
gericht op verhoging van de efficiëntie, met name van het routinematige
werk. De geautomatiseerde toepassing neemt dat werk over, waarbij de
bedrijfsprocessen doorgaans niet wezenlijk veranderen. Actuele voorbeelden
zijn: een documentair informatiesysteem voor het oplossen van een archiefprobleem,
workflowmanagement voor een efficiënter verloop van enkele administratieve
processen, of een kennissysteem voor de beoordeling van verzekeringsaanvragen.
Stadium 2: ontstaan netwerksysteem en integrale toepassingen
Het kenmerk van dit stadium is de integratie van diverse nieuwe en bestaande
infrastructuur tot één computernetwerk, waardoor integratie van de toepassingen
mogelijk is.
Het integratiestadium is een complexe zaak, omdat de nieuwe technologieën
met elkaar en met de reeds aanwezige IT geïntegreerd moeten worden in
één netwerksysteem. Hiervoor is het nodig dat er één algemene architectuur
komt, waarbinnen toepassingen en infrastructuur op elkaar zijn afgestemd.
Zo ontstaat een IT-platform dat makkelijk is uit te breiden met nieuwe
toepassingen en nieuwe apparatuur. De effectiviteit van de IT wordt
daardoor verhoogd, waarbij een verscheidenheid aan computersystemen
en toepassingen als een geïntegreerd geheel moet gaan functioneren.
Aan de verschillende informatiesystemen worden nu eisen gesteld ten
aanzien van aansluitbaarheid en integreerbaarheid. Dat gaat vaak gepaard
met verdergaande aanpassing en omvorming van bestaande apparatuur en
programmatuur.
In deze fase ligt de nadruk nog sterk op de integratie van de technologie
en het komen tot een algemene architectuur voor het IT-platform. De
nadruk ligt nog niet zozeer op verandering van de bedrijfsprocessen
met behulp van de toepassingen. De IT en de bedrijfsprocessen leiden
ieder nog min of meer een eigen leven.
Stadium 3: transformatie van bedrijfsprocessen met coöperatieve
toepassingen
Een grote stap vooruit wordt gezet wanneer het bedrijf zijn bedrijfsvoering
juist wel structureel en grondig gaat aanpassen met behulp van IT. Met
name netwerksystemen met coöperatieve toepassingen, specifiek gericht
op de samenwerking tussen mensen in bedrijven, bieden tal van mogelijkheden
voor transformatie van het bedrijf. De stap wordt mogelijk als de integratie
van IT ver genoeg gevorderd is.
De bedrijfsprocessen worden als geheel op basis van netwerksystemen
getransformeerd en op elkaar afgestemd, dwars door het hele bedrijf
heen, zo mogelijk tot en met de toepassingen bij de leveranciers en
afnemers. Transformatie is een middel om het bedrijf strategisch te
versterken. Het netwerksysteem wordt in dit stadium een coöperatief
systeem, dat de samenwerking van mensen in een bedrijf en in een
interorganisatie van bedrijven ondersteunt. Deze coöperatieve toepassingen
hebben dan ook een grote reikwijdte, beduidend groter dan die uit het
integratiestadium.
Stadium 4: transparantie van IT in bedrijfsprocessen
Met de groeiende interactie tussen de technologie en de bedrijfsprocessen
wordt ook de interactie tussen de mens en IT intensiever. IT wordt voor
de mens steeds meer een alledaags verschijnsel. IT is in dit stadium
zo toegankelijk en toepasbaar geworden, dat het geen belemmeringen meer
met zich meebrengt. Beschikbaarheid van IT beschouwt men als heel gewoon,
terwijl men bij het gebruik ervan niet het gevoel heeft zich aan te
moeten passen aan de technologie. IT is transparant geworden.
Ieder bedrijf zijn eigen leerproces
Ieder bedrijf doorloopt het leerproces met IT in zijn eigen tempo en
op zijn eigen wijze. Ieder bedrijf kiest zelf voor bepaalde vormen van
nieuwe IT, de wijze van inzet, het bereik van de inzet en de mate van
inzet. Het bedrijf kiest zelf welke toepassingen en welke vormen van
IT nodig zijn voor de ingrijpende transformaties.
Bedrijven met een sterke gerichtheid op technologie zijn doorgaans
tamelijk snel met het verkennen en toepassen van afzonderlijke technologieën.
Bij hen domineert de technology-push. Deze bedrijven krijgen vaak problemen
bij de integratie van alle verschillende toepassingen.
Bedrijven met een sterke gerichtheid op hun resultaten en winstgevendheid
zullen relatief traag zijn met een eerste verkenning en toepassing,
maar sneller overgaan tot vergaande integratie en ingrijpende transformatie.
Bij hen domineert een business-pull.
Binnen een bedrijfssector
houden bedrijven elkaar in het oog, ook voor wat betreft de inzet van
IT. Successen van koplopers leiden tot navolging bij de overige bedrijven
binnen een bedrijfssector.
In de eerste stadia - het leren toepassen en het integreren - staat
IT centraal en is de bedrijfsvoering secundair. In het stadium van transformatie
komt de bedrijfsvoering centraal te staan. Echte transformatie van de
bedrijfsvoering met hulp van IT kan pas plaatsvinden nadat door integratie
een IT-platform met voldoende draagkracht is ontstaan. Dit betekent
dat een bedrijf zich tijdig een beeld moet vormen van de IT die voor
hem - vooral strategisch gezien - belangrijk is. Op die vormen van IT
moet het bedrijf zich vooral richten bij het leren, het gebruiken en
het integreren van IT. Hierdoor wint het bedrijf tijd omdat het eerder
in staat is het stadium de transformatie van de bedrijfsvoering met
hulp van IT in gang te zetten.
In het stadium van transformatie maakt men bewust gebruik van de mogelijkheden
die de interactie tussen de bedrijfsvoering en de IT biedt. De ene kant
vertrekt vanuit een bedrijfsvisie, waarin expliciet de inzet van IT
is betrokken om te komen tot een juiste transformatie van de bedrijfsvoering.
De andere kant vertrekt vanuit een IT-visie, waarin expliciet de bedrijfsvoering
is betrokken om te komen tot optimale IT-toepassingen en een bijbehorende
IT-infrastructuur. Bedrijfsvoering en IT worden optimaal op elkaar afgestemd
in een samenhangende bedrijfs- en IT-strategie. Strategie, missie en
richting van een bedrijf kunnen hierdoor grondig en blijvend veranderen.
Op deze wijze ontstaat een sterk bedrijfsspecifieke situatie. Strategische
voordelen zijn daarbij nauwelijks of niet door concurrenten te kopiëren.
Een veroverd marktaandeel zal langer en gemakkelijker kunnen worden
behouden.