In de voorgaande paragrafen is een complex van maatschappelijke en
bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen beschreven die bedrijven
noodzaken in de loop van de tijd hun bedrijfsvoering
en inrichting ingrijpend te veranderen.
Het gaat niet slechts om oppervlakkige veranderingen, maar vooral om
vergaande processen van transformatie.
In deze paragraaf geven we een beeld van richtingen waarlangs deze transformaties
kunnen verlopen. We kijken daarbij niet alleen naar interne bedrijfsprocessen,
maar ook naar de aangeboden produkten
en diensten en naar de relatie met
klanten en leveranciers.
Basisrichtingen van transformaties
We noemen drie basisrichtingen die bedrijven kunnen inslaan bij het
veranderen van hun bedrijfsvoering:
Business Scope Redefinition (BSR)
BSR betekent het herdefiniëren van de scope van het bedrijf.
Het bedrijf richt zich hierbij op het ontwikkelen en introduceren van
nieuwe produkten of diensten, waarmee het tevens nieuwe markten voor
zichzelf creëert. Dit geldt ook wanneer het bedrijf met bestaande produkten
of diensten of enigszins nieuwe varianten daarvan geheel nieuwe markten
betreedt.
Business Network Redesign (BNR)
BNR betekent dat bedrijven hun onderlinge samenwerking met andere bedrijven
en particulieren wijzigen. Het vormen van strategische allianties met
andere bedrijven om te komen tot standaarden voor nieuwe produkten of
het gezamenlijk produceren van nieuwe produkten is hiervan een voorbeeld.
Hier versterkt BNR de BSR. Een ander voorbeeld is ketenintegratie in
een netwerk van toeleveranciers en
producenten. Hier kunnen onder meer voordelen behaald worden in de sfeer
van verkorting van doorlooptijden en besteltermijnen, de reductie van
voorraden en de intensivering van de onderlinge samenwerking. Voorts
valt ook de trend van uitbesteding van taken die niet tot de basisactiviteiten
(core activities) behoren
onder BNR. De koppeling van computersystemen
binnen en tussen bedrijven via netwerken
heeft BNR mogelijk gemaakt en misschien zelfs opgeroepen. De 'grenzen'
van een bedrijf zijn niet meer bepaald door een bedrijfsgebouw. Bedrijfsprocessen
gaan zich in toenemende mate 'buiten de deur' afspelen bij andere bedrijven
en klanten. Een voorbeeld is het creëren door financiële instellingen
van een extended office bij particuliere klanten voor thuisbankieren
en bij bedrijven voor in-house banking.
BSR betekent doorgaans BNR, omdat de nieuwe produkten en markten ook
het relatienetwerk beïnvloeden.
Business Process Redesign (BPR)
BPR is een grondige transformatie van de bedrijfsprocessen van een bedrijf.
Alle activiteiten die behoren tot een uitvoerende of besturende taak
van het bedrijf worden als geheel opnieuw geordend. BPR richt zich dus
in tegenstelling tot BSR en BNR op de interne organisatie.
In veel gevallen bereikt men met BPR spectaculaire besparingen en performanceverbeteringen,
vooral wanneer men intensief IT-ondersteunde BPR toepast. Daarbij worden
alle mogelijkheden tot besparing of performanceverbetering die door
inzet van IT kunnen worden bereikt, stelselmatig onderzocht en benut.
Het is dan ook weinig verbazingwekkend, dat in veel - vooral gegevensintensieve
administratieve - bedrijven BPR een actueel onderwerp is. De extern
gerichte BSR en BNR zullen altijd noodzaken tot enige vorm van BPR om
de interne organisatie aan te passen op de nieuwe produkten en diensten
en op de gewijzigde externe relatienetwerken.
Het creëren van nieuwe bedrijvigheid
Transformatie van de bedrijfsvoering met hulp van IT kan bedrijven helpen
nieuwe bedrijvigheid en nieuwe
markten te creëren. Daarbij doet men bestaande bedrijven nauwelijks
of geen concurrentie aan. Dit vergt van bedrijven een vooruitziende
blik. Zij moeten vandaag al een beeld hebben van hun produkten en diensten
van morgen. Zij moeten tijdig de kennis en kunnen ontwikkelen voor deze
nieuwe bedrijfsvoering en het gebruik van IT daarbij. Bedrijven doen
er verstandig aan bij het bepalen van hun strategie de voorkeur te geven
aan het veranderen van de scope van hun bedrijf en het creëren van nieuwe
relaties met klanten, partners en leveranciers. Het aangaan van strategische
allianties met andere bedrijven om te komen tot nieuwe complexe produkten
en diensten is daarbij van groot belang. Deze nadruk op BSR en BNR levert
bedrijven op termijn meer rendement op dan het herontwerp van de bestaande
bedrijfsvoering met BPR. Wanneer voldoende bedrijven erin slagen nieuwe
markten aan te boren zal dit ook maatschappelijk voordelen hebben, omdat
per saldo de totale bedrijvigheid toeneemt. Dit draagt bij tot een oplossing
van de huidige problemen rond de werkeloosheid.
Meer nadruk op BSR en BNR heeft nog een gevolg. Veel vormen van BPR
richten zich op reorganisaties die uitgaan van het beperken van de bedrijfsvoering
tot de zogenaamde basisactiviteiten van het bedrijf. Alle andere werkzaamheden
van het bedrijf worden uitbesteed aan derden. Deze trend is al langere
tijd gaande in het bedrijfsleven.
BSR en BNR gaan veel meer uit van de kennis en vaardigheden waarover
het bedrijf beschikt. Mensen en middelen vormen daarbij het kapitaal
waarover het bedrijf beschikt. Deze tamelijk nieuwe trend in het bedrijfsleven
houdt in, dat men zich nadrukkelijk richt op die nieuwe vormen van produkten
en diensten die gecreëerd kunnen worden met de basistalenten
(core competences) die in
het bedrijf aanwezig zijn. De beperking tot die eigen dragende 'kracht'
wordt bewust verkozen: in der Beschränkung zeigt sich der Meister,
nu echter op bedrijfsniveau.
Deze trend is meer toekomstgericht, omdat het bedrijf streeft naar
nieuwe produkten, diensten en markten. Deze trend brengt ook een beter
beheer met zich mee van mensen en middelen om de eigen toekomstvisie
te kunnen realiseren. Voorbeelden zijn het beschikbaar hebben en houden
van mensen met de juiste kennis en vaardigheden en het doorlopen van
een leerproces voor de benodigde IT-middelen.
Het doorvoeren van ingrijpende innovatieve transformaties verloopt
via verschillende sporen, zoals bedrijfsprocessen, infrastructuur,
IT-toepassingen en personele
organisatie. We spreken hier van concurrent transformation. In
bestaande bedrijven is dit een complexe, weerbarstige en kostbare aangelegenheid.
Succes is dan ook niet in alle gevallen verzekerd. Soms zal het management
genoodzaakt zijn naast het huidige bedrijf een geheel nieuwe onderneming
te creëren, zodat men de problemen van het bestaande bedrijf min of
meer omzeilt. Zo ontstaat nieuwe bedrijvigheid, die geleidelijk de bedrijvigheid
van het huidige bedrijf overneemt. Het oude bedrijf houdt op den duur
op te bestaan.
Bedrijven zullen om hun toekomstvisie te realiseren steeds meer een
strategie en beleid moeten ontwikkelen
waarin coöperatieve concurrentie een structurele maar ook dynamische
rol vervult. Coöperatieve concurrentie plaatst bedrijven voor de afweging
of ze moeten samenwerken of elkaar beconcurreren. De nadruk zal in de
toekomst steeds meer liggen op samenwerking. Dit is nodig om te komen
tot gemeenschappelijke standaarden die de ruimte scheppen voor nieuwe
produkten en diensten, om gezamenlijk nieuwe en uiterst complexe produkten
en diensten te kunnen ontwikkelen en voortbrengen en om gezamenlijk
een bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van de huidige maatschappelijke
problemen. Ook de grote investeringen die nodig zijn, nopen tot het
vormen van gemeenschappelijke investeringsfondsen waaruit de kosten
bestreden worden voor de ontwikkeling van nieuwe produkten en diensten,
het inrichten van de benodigde infrastructuur en het opleiden van mensen.
Transformatie en de echelons
De transformatie van de bedrijfsvoering met IT heeft ook gevolgen voor
de menselijke organisatie. De transformatie brengt voor alle echelons
in de menselijke organisatie van een bedrijf veranderingen mee. We zullen
ze hier kort typeren. We maken gebruik van een hoofdindeling van de
interne organisatie die is ontleend aan Mintzberg. Deze indeling is
weergegeven in afbeelding 2.4 aan de linkerkant.
Afbeelding 2.4 Hoofdindeling van de interne organisatie naar Mintzberg.
Mintzberg volgt om te beginnen het klassieke onderscheid tussen de
lijnorganisatie en de staforganisatie. Voor wat betreft de staf gaat
hij echter een stap verder. Hij maakt onderscheid tussen twee verschillende
typen van stafeenheden: Staf-1 - de specialistische en ontwikkeleenheden
- en Staf-2 - de ondersteunende of dienstverlenende eenheden. De lijn
bestaat uit de uitvoerende kern, het middenkader en de strategische
top. Rechts in afbeelding 2.4 zijn voorbeelden ingevuld van de organisatorische
eenheden die tot de verschillende hoofddelen van de organisatie behoren.
De hoofddelen van de interne organisatie hebben bepaalde taken en
verantwoordelijkheden ten aanzien van de besturing
en uitvoering van bepaalde functies in de bedrijfsvoering. Wij geven
hieronder volledigheidshalve een beknopte toelichting. We combineren
deze met een korte impressie van de gevolgen van transformaties voor
de aard en verdeling van taken en verantwoordelijkheden van de mensen
in het bedrijf.
De Strategische top is verantwoordelijk voor het lot van het
gehele bedrijf en geeft daarom de richting aan waarin het bedrijf zich
op de toekomst voorbereidt en ontwikkelt. De top houdt zich bezig met
zaken als de totale beleidsvorming,
de toekomstvisie en de strategie, het bedrijfsimago en de beschikbaarheid
op termijn van de juiste mensen en middelen.
De snelle veranderingen waar de bedrijven op dit moment mee geconfronteerd
worden, maken dat het topmanagement zich intensiever dan voorheen moet
bezig houden met het vormen van visie, strategie en beleid. Ook moet
het topmanagement meer aandacht besteden aan de bewaking van de lange-termijngevolgen
van het beleid. Veel aandacht zal het topmanagement moeten besteden
aan de samenwerking en concurrentie met andere bedrijven.
De Stafspecialisten (staf-1) hebben tot hoofdtaak ontwikkeling
en onderzoek te doen voor het bedrijf. Denk hierbij aan het ontwerpen
en invoeren van nieuwe produkten, nieuwe werkprocessen en het openen
van nieuwe markten, en aan het ontwikkelen en geven van opleidingen
en trainingen voor de medewerkers.
De taken van de stafspecialisten nemen toe vanwege de voortdurende
aanpassingen en vernieuwingen en de toenemende complexiteit van produkten,
diensten en processen.
De hoofdtaak van de Ondersteunende diensten (staf-2) bestaat
uit het verlenen van diensten aan de rest van het bedrijf. Deze dienstverlening
betreft het inrichten en onderhouden van de bedrijfsinfrastructuur waaronder
IT, bewaking en verder taken als transport, reproduktie, post en kantine.
Dit soort afdelingen werken als kleine bedrijven voor de rest van het
bedrijf.
De ondersteunende diensten zullen een belangrijke taak krijgen bij
het inrichten van de IT-infrastructuur
voor de nieuwe coöperatieve systemen. Bedrijven zijn bezig in toenemende
mate hun ondersteunende diensten te verzelfstandigen of uit te besteden.
Met name voor de IT-ondersteuning zal deze trend zich naar verwachting
de komende jaren verder voortzetten, mede gezien de grote hoeveelheid
specialistische kennis die de nieuwe IT-toepassingen
vergen.
Het Middenkader is verantwoordelijk voor de vertaling van de
visie van de top naar de juiste uitvoering. Het middenkader bestuurt
tevens de relatie tussen de stafeenheden (en uitbestede diensten) en
de uitvoering. Het middenkader bestuurt de uitvoerende bedrijfsprocessen
op de middellange termijn. Deze besturing richt zich onder meer op planning
van benodigde capaciteit (mensen en middelen), op de financiering en
op de besturing van grote opdrachten.
Door de transformaties zal het middenkader in omvang afnemen. Hierbij
zullen echelons wegvallen. Managers uit het middenkader zullen zich
(nog) minder gaan bezighouden met de directe operationele aansturing
van de uitvoerenden. Computersystemen zullen nadrukkelijker worden ingezet
voor de besturing en bewaking van de bedrijfsprocessen. Temeer, omdat
de teams van uitvoerenden meer onder eigen verantwoording zullen werken.
Vanwege de verhoogde flexibiliteit van de bedrijfsprocessen zal de bewaking
van de uitvoering blijvend veel aandacht gaan vergen. Vooral performance
en risico's dienen nauwlettend in de gaten te worden gehouden.
De samenwerking met de stafeenheden zal intensiever worden, omdat
op externe veranderingen snel en flexibel moet worden ingespeeld. Bij
grotere aanpassingen moet de staf vroegtijdig aan het ontwerp en inrichting
van nieuwe produkten, diensten en processen beginnen.
De Uitvoerende kern is belast met de daadwerkelijke uitvoering
van de primaire processen van het bedrijf. De dagelijkse besturing is
daarbij inbegrepen. De uitvoerende kern levert de produkten en verleent
de diensten aan de klanten. De uitvoerende kern betrekt op zijn beurt
produkten en diensten bij derden, die als invoer dienen voor de eigen
voortbrengingsprocessen.
De mensen op het uitvoerend niveau krijgen als gevolg van transformaties
te maken met taakverbreding en met meer verantwoordelijkheid. Het accent
verschuift meer in de richting van het werken in teamverband. Door voortgaande
automatisering van het routinewerk resteren er minder werkzaamheden
in de feitelijke voortbrengingsprocessen van produkten en diensten.
In het verkoopproces nemen de taken toe, vanwege het inspelen op de
individuele wensen van de klanten en omdat het aanbod van produkten
en diensten complexer wordt. Dat geldt ook voor de inkoopzijde, waar
bijvoorbeeld door intensivering van samenwerking met toeleveranciers
meer taken ontstaan. Door deze ontwikkelingen zullen er hogere eisen
worden gesteld aan de kennis van de medewerkers, die de externe relaties
verzorgen.
Verandering impliceert leren
Hoe snel maatschappelijke, bedrijfsorganisatorische en technologische
veranderingen ook verlopen, de mens blijft de centrale factor. Het zijn
mensen de veranderingen in gang zetten. Het zijn mensen die moeten leren
omgaan met de nieuwe mogelijkheden. Het zijn mensen die op langere termijn
moeten lering moeten trekken uit de gevolgen van de veranderingen en
waar nodig de ontwikkelingen bijsturen. Dit stelt hoge eisen aan hun
creativiteit en leervermogen.
Bedrijven moeten tijdens perioden van transformatie veel meer dan
voorheen aandacht besteden aan het leerproces van de betrokken medewerkers.
Wat betekenen de veranderingen voor de individuele medewerkers, wat
komt er allemaal op hen af, welke leerprocessen moeten zij doorlopen
en hoe kunnen zij daar zelf aan bijdragen? Wat betekent voor hen de
toename van onder meer multidisciplinaire samenwerking, flexibele inzetbaarheid,
eigen verantwoordelijkheid en de benodigde kennis en vaardigheden?
Education permanentewordt
steeds meer een harde noodzaak voor bedrijf en medewerker. Het lot van
beiden zal er uiteindelijk sterk door worden beïnvloed. Beide partijen
moeten er dan ook veel tijd, geld en aandacht aan besteden. Leerprocessen,
leermiddelen en leertrajecten zullen steeds meer een integraal onderdeel
van de bedrijfsvoering zijn.
In het licht van de lange-termijndoelstellingen investeert het bedrijf
tijd en geld in het leerproces van de medewerkers, en stemt elke medewerker
zijn ontwikkeling af op deze doelstellingen, voor zover passend in zijn
eigen toekomstbeeld. Dit is een gedeelde zorg en verantwoordelijkheid
van management en medewerker. Afdelingen en teams nemen daarbij de verantwoordelijkheid
voor de opleiding en ontwikkeling meer en meer over van een gecentraliseerde
afdeling 'Opleidingen'. De manager van een afdeling stelt in de rol
van inspirator, mentor en begeleider in overleg met elke medewerker
een ontwikkelingsplan op. Daarin legt men voor een bepaalde periode
vast welke individuele leerdoelen de medewerker nastreeft en welk budget
daarvoor wordt uitgetrokken. Voldoende tijd en aandacht voor de medewerkers
om na te denken over, te overleggen over en te leren van hun werk neemt
daarbij een belangrijke plaats in.
De medewerkers werken steeds meer in teams. Deze teams moeten tijd
nemen gezamenlijk te leren van de behaalde resultaten en afspraken te
maken over benodigde aanpassingen. Binnen teams kunnen bepaalde leden
de rol van mentor en begeleider van anderen op zich nemen. Een meer
ervaren medewerker begeleidt als mentor een minder ervaren medewerker.
Op deze wijze kan men het leren op de werkplek ondersteunen. Voordeel
is dat de ervaren medewerkers hun kennis en ervaring overdragen aan
collega's, die de nieuwe kennis direct in de praktijk leren toepassen.
Gezamenlijk leren tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden stimuleert
en motiveert. Zo gaat individuele en vakgerichte ontwikkeling hand in
hand met teamvorming en samenwerking. Regelmatige verandering van werkzaamheden
van de individuele medewerkers versterkt dit leerproces verder.
Met de voorgaande werkwijze wordt het bedrijf een 'lerende organisatie'.
Een positieve leerhouding van elke individuele medewerker, gezamenlijk
overleg en een leervriendelijke organisatiecultuur zijn daarbij de dragers.
Actief beheren van kennis
De nadruk op de 'basistalenten' van het bedrijf betekent ook meer aandacht
voor het actief beheer van kennis, vaardigheden en ervaring bij alle
medewerkers. Gezamenlijk beschikken over de juiste kennis, inzicht,
vaardigheden, attitude en praktijkervaring is van strategisch belang
om nieuwe produkten en diensten te kunnen realiseren. Kennis, vaardigheden
en ervaring gaan overal schuil, uiteraard in mensen, maar ook in documenten,
checklists, gebruiksaanwijzingen of handleidingen, in machines, automaten
en het gereedschap, in het ontwerp en de inrichting van de werkomgeving,
in de cultuur en samenwerkingsverbanden en in de normen en waarden.
Toegankelijkheid van kennis en kunde is een cruciale succesfactor binnen
het bedrijf. Ook dienen medewerkers bereid te zijn en de tijd te krijgen
hun kennis en ervaring vast te leggen en met andere collega's uit te
wisselen. Dit impliceert dat elk bedrijf aan zichzelf verplicht is kritisch
te kijken naar de eigen kennishuishouding.
Actief beheer van kennis staat in veel bedrijven nog in de kinderschoenen.
Dit betreft bijvoorbeeld het overdraagbaar maken van kennis via het
verzamelen, vastleggen, en ontsluiten ervan met behulp van IT. Het kennisbeheer
ondersteunt de overdracht van kennis via leerprocessen en de overdracht
van ervaring door leren op de werkplek. Het stimuleert bovendien de
eigen ontwikkeling van medewerkers. Bij het actieve kennisbeheer gaat
het om het leervermogen van het bedrijf als geheel. Voor de medewerkers
betekent dit niet alleen het aanleren van de juiste kennis en vaardigheden,
maar vooral ook het afleren van achterhaalde kennis en vaardigheden.
Dit heeft grote invloed op de flexibiliteit van het bedrijf. Juist het
vasthouden aan succesvolle gewoonten uit het verleden weerhoudt een
bedrijf ervan tijdig te veranderen.