Afbeelding 4.3 De ontwikkeling van gebruikersinterfaces.
4.2.2 Graphical User Interface
De volgende ontwikkeling is de Graphical User Interface (GUI). Een
GUI is mogelijk door beeldschermen waarop de computer ieder beeldpunt
afzonderlijk aanstuurt. Naast zwart-wit is weergave van grijstinten
en kleuren mogelijk. De computer kan nu op de beeldschermen teksten
in opgemaakte vorm, tekeningen en grafieken afbeelden.
Belangrijke kenmerken van de huidige GUI's zijn bijvoorbeeld:
- de windows of vensters waarin documenten,
tekeningen en dergelijke staan afgebeeld;
- een pointing device, de zogenaamde muis, die een pointer
in de vorm van een pijltje op het scherm aanstuurt. Met de pointer
kan de gebruiker zaken op het scherm aanwijzen en vervolgens, door
een knop op de muis in te drukken, selecteren of activeren. Door de
knop ingedrukt te houden kan hij een geselecteerd voorwerp op het
scherm verplaatsen of van vorm veranderen;
- menu's, zowel pull-down- als pop-upmenu's, waarmee de gebruiker
functies zoals printen en opbergen kiest
Voor een GUI is aparte programmatuur nodig die voor de diverse toepassingen
de presentatie op het scherm en de acties met de muis afhandelt. Deze
programmatuur is een aanvulling op een besturingssysteem, of een onderdeel
ervan. De GUI met bijbehorende programmatuur is in eerste instantie
ontwikkeld door Rank Xerox, maar het is Apple geweest die de GUI via
zijn Macintosh computers tot een succes heeft gemaakt. De GUI is bij
Apple een integraal onderdeel van het besturingssysteem. Bij MS-DOS
PC's is Microsoft Windows na de succesvolle introductie van Windows
3.1 de meest gebruikte GUI ter wereld geworden. Nieuwe PC's worden inmiddels
compleet met Microsoft Windows geleverd. Leveranciers van tekstverwerkers,
tekenpakketten en dergelijke hebben inmiddels nieuwe versies van hun
pakketten uitgebracht die gebruik maken van Microsoft Windows. Gezien
de vele MS-DOS PC's die overgaan op Microsoft Windows, zullen het gebruik
en de populariteit van de GUI sterk toenemen.
De GUI-software voor PC's (Apple en Microsoft Windows) ondersteunt
als standaard het digitaal vastleggen
van geluid. Deze functie wordt gebruikt voor het geven van signalen
of voor het toevoegen van gesproken tekst in documenten.
Uit onderzoek blijkt dat gebruikers een GUI veel beter accepteren
dan een Character User Interface. De gebruiker ervaart de vrijheid die
het werken met diverse toepassingen in afzonderlijke windows hem geeft,
als positief. De vrije volgorde en samenhang waarin hij een aantal toepassingen
naast elkaar kan gebruiken en binnen een toepassing
zijn werkzaamheden kan uitvoeren, sluiten goed aan op zijn manier van
werken. Verder maakt een GUI ondersteuning van totaal nieuwe toepassingen
mogelijk. Dit zijn vooral werkzaamheden met een niet-formeel karakter,
zoals het bewerken van teksten, tekeningen, spreadsheets en presentaties.
4.2.3 Multimedia User Interface
Een volgende stap in de ontwikkeling van de GUI is de Multimedia User
Interface (MUI). Multimedia is de informatietechnologie die zich richt
op de integratie van alle soorten gegevens die we met hulp van een computer
kunnen vastleggen, bewerken en weergeven.
Toonaangevend op het terrein van multimedia zijn Apple met de Macintosh
en Silicon Graphics met eigen werkstations. Op een MS-DOS PC is een
MUI mogelijk met Microsoft Windows met aanvullende software en uitbreidingen
op de apparatuur zoals geluidskaarten, betere luidsprekers en videokaarten.
De laatste tijd wint multimedia bij PC-gebruikers snel aan populariteit.
De MUI betekent ten opzichte van de GUI vooral een uitbreiding op
het gebied van beeld en geluid.
Stilstaand beeld: images
Images zijn digitale rasterbeelden. Een afbeelding is opgebouwd uit
stipjes (beeldpunten), zoals bij een televisiescherm. De kwaliteit van
de afbeelding wordt bepaald door de dichtheid van het aantal beeldpunten
uitgedrukt in dots per inch (DPI). Images kunnen worden weergegeven
in zwart/wit en in kleur. Voorbeelden zijn afbeeldingen van documenten
die gemaakt zijn met een scanner, of foto's die gemaakt zijn met een
still-video camera. Ook fax-apparaten verzenden onderling de documenten
in de vorm van images. Hierdoor is het mogelijk een computer via een
telefoonaansluiting direct een document
als image te laten verzenden naar een extern faxapparaat of een andere
computer, en een binnenkomende fax direct op te slaan in een computer.
Bewegend beeld: video
Met video bedoelen wij hier digitaal vastgelegde videofilms, doorgaans
inclusief geluid. De films kunnen bestaan uit live-opnamen, met de computer
gemaakte beeldjes of een montage van beide. Met videosynthese kan men
beelden samenstellen en laten doorrekenen door de computer om een zo
realistisch mogelijke weergave van perspectief, lichtval, kleuren en
materialen te krijgen. Door de PC of het werkstation te voorzien van
een camera en microfoon is hij ook bruikbaar voor beeldtelefoon. De
MUI geeft daarbij het gezicht en de stem van de gesprekspartner weer.
Stereogeluid en muziek
De MUI geeft hifi-stereogeluid weer en is dus geschikt voor muziekweergave.
Videofilms zijn te combineren met stereogeluid. Met een CD-ROM als randapparaat
is het mogelijk muziek van CD's af te spelen op de computer en te kopiëren.
Het geluid kan bestaan uit live-opnamen, met de computer gemaakt geluid,
of een combinatie ervan. De combinatie met videosynthese levert grote
creatieve mogelijkheden.
Spraak
Naast het vastleggen en weergeven van spraak in de vorm van digitaal
geluid, is het ook mogelijk spraak te herkennen en vast te leggen als
digitale tekst of te gebruiken voor commando's aan de computer. Een
andere ontwikkeling is spraaksynthese, waarmee bijvoorbeeld digitaal
vastgelegde tekst is om te zetten naar gesproken woord. Een voorbeeld
hiervan is de gesproken krant voor blinden van het dagblad Trouw.
4.2.4 Human User Interface
Gebruikersinterfaces zijn nog steeds in ontwikkeling. De fase die volgt
na de MUI zal nog beter aansluiten op de menselijke zintuigen en motoriek.
De bedoeling is de werkelijkheid zo dicht mogelijk te benaderen. Het
einddoel van de ontwikkeling noemen we daarom de Human User Interface
(HUI). De HUI bestaat uit speciale randapparatuur die weergave van de
werkelijkheid voor (bijna) alle menselijke zintuigen ondersteunt, en
uit randapparatuur die beter aansluiting geeft voor de menselijke motoriek.
Hieronder volgt een overzicht van de huidige ontwikkelingen.
Zien
De MUI heeft als beperking dat het beeldscherm tweedimensionaal is.
Met perspectief is een twee-en-een-halfdimensionale weergave mogelijk.
De volgende stap is driedimensionale weergave met gepolariseerd licht,
waarbij de kijker een speciale bril nodig heeft. Andere methoden zijn
weergave via een bewegende holle spiegel en in de vorm van hologrammen.
Nog beter is een driedimensionale weergave waarbij de kijker het gevoel
heeft midden in het gebeuren te zitten. Deze vorm van (Virtual) Reality
is mogelijk met rondom-projectie (bioscoop, vluchtsimulator) of met
speciale helmen. Ook is het nu al mogelijk niet alleen het zichtbare
licht maar ook opnamen uit het infrarood- of ultravioletbereik af te
beelden. Dit is een vorm van hyperrealiteit waarbij het onzichtbare
zichtbaar wordt.
Horen
De opvolger van stereogeluid is driedimensionale geluidsweergave. De
toehoorder heeft het gevoel middenin het geluid te zitten en hoort niet
alleen waar het geluid vandaan komt, maar ook de weerkaatsing tegen
wanden. In combinatie met driedimensionaal beeld is audiovisuele realiteit
mogelijk.
Tast/motoriek
Bij driedimensionaal beeld en geluid hoort driedimensionale invoer van
gegevens. Dit is mogelijk met een driedimensionale muis waarmee de gebruiker
voorwerpen in een driedimensionaal beeld aanwijst en selecteert. Een
andere mogelijkheid wordt geboden door speciale handschoenen (data gloves)
om de bewegingen van de handen over te brengen. Een toepassing van data
gloves in combinatie met videobeeld is het op afstand bedienen van apparatuur
in kerncentrales of van robots. Belangrijk voor weergave van de realiteit
is dat de computer 'gevoel' teruggeeft. Bij een data glove gebeurt dit
door druk op de hand uit te oefenen.
Ruiken en proeven
Computers kunnen via speciale sensoren 'ruiken' en 'proeven'. Een voorbeeld
voor het 'ruiken' zijn de snuffelpalen voor het meten van luchtverontreiniging.
In sommige bioscopen in de Verenigde Staten zijn inmiddels apparaten
geïnstalleerd (geuractoren) die bij films de juiste geuren afgeven.
4.2.5 Van programma naar document
De ontwikkeling van interfaces
betekent ook dat de interactie tussen gebruiker en computertoepassing
verandert. De GUI en vooral de MUI maken dat de gebruiker niet meer
werkt met programma's, zoals WordPerfect,
maar met documenten die bestaan uit objecten
zoals teksten, tekeningen en videofilms. Bij de HUI zijn de documenten
opgebouwd uit objecten die de gebruiker via de interface ervaart als
objecten uit een bestaande of denkbeeldige werkelijkheid.
In de huidige werkwijze start de gebruiker eerst een programma op.
Met behulp van het programma zoekt de gebruiker een bestaand document
op dat hij wil bewerken of hij opent een nieuw document.
Bij multimediadocumenten zien we steeds vaker een andere werkwijze.
De gebruiker zoekt eerst op schijf het document op dat hij wil bewerken
of raadplegen. Vervolgens geeft hij het document de opdracht zich te
'openen'. Ook kan hij de computer de opdracht geven een nieuw leeg document
te openen. Een document bestaat uit objecten zoals teksten en tekeningen.
Wanneer in het document een tekening staat afgebeeld kan de gebruiker
ook de tekening openen. Deze tekening verschijnt dan weer in een apart
venster met de functies om de tekening te bewerken. Sluiten we het venster
na het wijzigen van de tekening, dan verschijnt de gewijzigde tekening
in het document. Het koppelen van document en tekening kan op twee manieren.
In het ene geval slaan we de tekening afzonderlijk op en nemen een verwijzing
naar de tekening op in de documenten waarin we de tekening gebruiken.
Dit noemen we het linken van een object
(de tekening) aan een ander object (het document). Het voordeel hiervan
is, dat we dezelfde tekening aan verschillende documenten kunnen linken.
Wijzigen we de tekening, dan is hij automatisch in alle documenten gewijzigd.
De andere methode is tekeningen in hun geheel fysiek op te nemen in
de documenten. Dit is het embedden van een object in een ander
object.
De huidige situatie is overigens nog een mengvorm. Zowel bij Apple
Macintosh als Microsoft Windows is het nog steeds mogelijk rechtstreeks
een programma op te starten. Dit is nodig als je direct een nieuw document
wilt aanmaken. Bestaande documenten kunnen echter rechtstreeks worden
geopend. In dat geval start het programma waarmee het document is aangemaakt
en dit verzorgt het tonen van het document. Opent men binnen een tekstdocument
een tekening, dan start naast de tekstverwerker ook het tekenpakket.
Bij toepassing van object linking en embedding kan dit overigens betekenen
dat er zo veel objecten van verschillende programma's tegelijkertijd
geopend worden, dat er onvoldoende computergeheugen is voor deze programma's.
Taligent
IBM, Apple en Hewlett-Packard hebben een samenwerkingsverband gevormd
onder de naam Taligent. Dit samenwerkingsverband werkt aan een nieuwe
GUI met een besturingssysteem waarbij consequent objectoriëntatie wordt
toegepast. De gebruiker kan bij Taligent documenten openen en krijgt
dan de beschikking over kleine programma's in de vorm van 'gereedschappen'
waarmee hij objecten kan toevoegen en bewerken. Een belangrijk verschil
met de huidige situatie is dat de gebruiker geen complete programma's,
zoals tekstverwerkers, meer opstart, maar steeds aparte gereedschappen
om documenten te zoeken, te openen en te presenteren en om objecten
in de documenten te bewerken. Er is dus alleen geheugenruimte nodig
voor de gereedschappen die op een bepaald moment gelijktijdig in gebruik
zijn.
Het uitgangspunt bij Taligent is dat de gebruiker software aanschaft
voor de soorten objecten waarmee hij wil werken. Bovendien kan hij per
soort object zelf kiezen welke bewerkingen hij erop wil kunnen uitvoeren.
Hij moet minimaal een object kunnen presenteren en ter aanvulling koopt
hij de 'gereedschappen' waarmee hij de objecten kan creëren en bewerken.
Een voordeel voor de gebruiker is, dat hij niet meer een compleet pakket
behoeft te kopen dat alle functies bevat voor tekstverwerking, tegenwoordig
zelfs inclusief tekenpakket. De gebruiker schaft alleen de software
aan voor de soorten objecten en gereedschappen die hij nodig heeft voor
zijn manier van tekstverwerking en tekenen. Ook kunnen dezelfde gereedschappen
voor verschillende objecten worden gebruikt. Voor zelfstandige teksten
in een document en voor een tekst in een tekening is dezelfde spellingcontrole
te gebruiken. Gereedschappen als kopiëren of verplaatsen van objecten
in een document of tussen documenten zijn voor alle objecten te gebruiken.
Een voordeel is ook, dat niet iedere softwareleverancier een pakket
met alle gereedschappen moet leveren, maar dat een aantal leveranciers
gezamenlijk alle gereedschappen voor bepaalde typen objecten leveren.
Leveranciers kunnen zich specialiseren in gereedschappen voor bijvoorbeeld
spellingcontrole, vertalen, complexe grafische objecten en opmaak van
teksten.
4.2.6 Samenvatting
De gebruikersinterface sluit steeds beter aan op de menselijke zintuigen
en motoriek. Dit maakt niet alleen de communicatie
tussen mens en computer eenvoudiger. De interface kan ook de communicatie
tussen mensen onderling goed ondersteunen wanneer we hun computers via
telecommunicatie doorverbinden.
Mensen kunnen rechtstreeks met elkaar overleggen via beeldtelefoon,
of fraaie multimediadocumenten uitwisselen.
De gebruiker werkt op termijn niet meer met programma's maar met documenten
die zijn samengesteld uit objecten en hij heeft de beschikking over
gereedschappen om documenten en objecten te bewerken.
De GUI is op dit moment sterk in opkomst. Gezien de dalende prijs
van multimedia zullen veel gebruikers de GUI van hun PC of werkstation
in de komende jaren uitbreiden tot een MUI. Een brede toepassing van
de HUI zal voorlopig nog op zich laten wachten, omdat de technologie
nog erg kostbaar is en nog niet compleet beschikbaar.