In het begin van de automatisering waren de zogenaamde deskundigen
zo druk bezig met zichzelf en het apparaat, dat ze de tijd niet hadden
om aandacht te schenken aan de gebruiker25):
hij of zij, waarvoor het uiteindelijke informatiesysteem toch was bedoeld.
Dit impliceerde dat de automatiseringsdeskundigen enerzijds bezig waren
de computer te programmeren en dat er anderzijds van de gebruiker werd
verwacht dat hij zijn eigen geest programmeerde of zoals u wilt conditioneerde,
zodat die afgerichte geest netjes bij de desbetreffende computer paste.
Vervolgens kregen we de periode waarin we heel veel aandacht gaven
aan die gebruiker, als een soort verlate compensatie voor de verwaarlozende
periode daarvoor. We namen aan dat de gebruiker een diep inzicht had
in zijn eigen arbeidsprocessen. Dit bleek niet het geval te zijn!
De gemiddelde gebruiker zit in zijn werk, is ermee geïdentificeerd
in plaats van dat hij daar overzicht over heeft.
Langzamerhand komen de automatiseringsdeskundigen weer met de benen
op de grond. Voor de arbeidsprocessen, welker automatisering de zogenaamde
binnenkant van het informatiesysteem uitmaakt, wordt de bedrijfskundige
geconsulteerd. Voor de buitenkant van het informatiesysteem, in vaktermen
het mens/machine-interface, wordt de bewuste mens (de gebruiker) geraadpleegd.
Dit ontwikkelen van een gebruiksvriendelijke buitenkant groeit langzamerhand
uit tot een volwaardige interdisciplinaire studierichting tussen psychologie
en ergonomie enerzijds en informatica anderzijds. Het mens/machine-interface
is begonnen met het toetsenbord dat gedeeltelijk plaats moet maken voor
de muisbesturing. In pril stadium zien we andere invoermogelijkheden
opkomen, zoals de pencomputer, de invoer van spraak en de 'touch screens'
('hard touch' en 'soft touch'). Er zijn zelfs interfaces die op spierbewegingen
reageren, waardoor de interactie met de computer nog 'inniger' wordt.
Ook de kwaliteit van het mens/machine-interface wordt steeds beter,
zodat gebruikershandleidingen niet echt meer nodig zijn. Een goed mens/machine-interface
zou zich moeten aanpassen aan het vaardigheids- of het kennisniveau
van de gebruiker. Er wordt zelfs geëxperimenteerd met 'zelflerende'
mens/machine-interfaces.
Zou de gebruiker eindelijk bevrijd worden van de dwangmatige patronen
van de computer? Of zal door het 'opvoeren' van de processor, sommigen
herinneren nog wel de sensatie bij het opvoeren van de bromfiets, de
geest van de gebruiker langzamerhand worden dolgedraaid? Wel hebben
ervaringen reeds aangetoond dat het werken met een geavanceerde grafische
interface de 'luiheid in het denken' bevordert en leidt tot taalarmoede.
Koning Thamos zou zeggen: zie je wel!
Ten slotte dient opgemerkt te worden dat de kwaliteit en het bedieningsgemak
van de informatiesystemen alleen zullen verbeteren als de gebruikers
dit expliciet eisen. Immers de kwaliteit van vele consumentenprodukten
is alleen verbeterd doordat de gebruikers dit expliciet hebben afgedwongen,
al of niet aangevoerd door de consumentenbond. Ik zou daarom de slogan
van Karl Marx willen actualiseren: 'Gebruikers aller landen verenigt
u en schudt het bevoogdend juk van de automatisering van u af.' Voorwaar
een schone uitdaging voor de vakbond om een nieuwe glans te geven aan
zijn doelstellingen.