Vision

De wereld van Morgen
Hans Goedvolk
 

1.2. Naar een wereldwijde IT-infrastructuur

vorigevolgende

De huidige trends op het gebied van IT, telecommunicatie en consumentenelektronica laten een groei zien naar een wereldwijde IT-infrastructuur die mensen en bedrijven zakelijk en privé met elkaar verbindt. Het is deze IT-infrastructuur die de basis vormt voor de doorbraak van de informatierevolutie. In deze paragraaf beschrijven we hoe deze IT-infrastructuur geleidelijk zal groeien, zowel qua omvang als qua faciliteiten voor de gebruikers ervan.

 

1.2.1 Naar wereldwijde bedrijven

Bij bedrijven ontstaan zowel intern als extern netwerken van computers. De interne netwerken verbinden de werkstations – terminals en personal computers (PC’s) – voor de medewerkers en grotere ondersteunende computers zoals het centrale mainframe en kleinere computers van afdelingen. Extern verbinden bedrijven via telecommunicatie hun computers door om sneller gegevens uit te wisselen en bedrijfsprocessen beter aan elkaar te koppelen. Ook neemt men steeds vaker de PC’s bij medewerkers en bij klanten thuis als werkstation in het externe netwerk op. Kleine draagbare computers zijn goed als werkstation onderweg te gebruiken. Mobiele communicatiemiddelen zorgen ervoor dat deze draagbare computers ook onderweg een verbinding hebben met de netwerken.

Afbeelding 1.3 Naar een wereldwijd bereik van een bedrijf.

Geleidelijk groeien deze netwerken. Steeds meer computers van bedrijven en van particulieren, in gebouwen en onderweg, worden met elkaar verbonden. Op termijn ontstaat er één groot wereldwijd computernetwerk dat vele mensen in bedrijven, thuis en onderweg ondersteunt.

Het resultaat is dat de grenzen van het computersysteem van een bedrijf en daarmee de grenzen van het bedrijf zelf steeds minder gevormd worden door de muren van het bedrijf. Met de groei van de externe netwerken groeit het bereik van het bedrijf. Bedrijven over de hele wereld gaan daardoor op nieuwe manieren samenwerken met andere bedrijven. Er ontstaan allerlei interorganisaties. Dit zijn flexibele samenwerkingsverbanden tussen juridisch zelfstandige bedrijven.
Bedrijven hebben als organisatie geen duidelijke fysieke begrenzing meer. Nu hebben we nog voornamelijk bedrijven waar medewerkers lijfelijk naar toe komen om te werken en waar klanten naar toe komen om produkten te kopen. In de toekomst ontstaan virtuele bedrijven, die niet langer vereisen dat medewerkers en klanten zelf naar het bedrijf toekomen. Medewerkers overal ter wereld kunnen in dat bedrijf samenwerken via het netwerk, terwijl klanten overal ter wereld via het netwerk produkten en diensten kunnen bestellen.

De groei naar wereldwijde computernetwerken betekent de groei naar wereldwijd opererende en samenwerkende bedrijven en individuen.

 

1.2.2 Integratie van IT, consumentenelektronica, communicatie en de media

Consumentenelektronica
Een tweede impuls voor het ontstaan van een wereldwijde IT-infrastructuur komt uit de privé-sfeer. Deze zorgt voor de fijnmazigheid van het netwerk. Steeds meer mensen schaffen thuis een PC aan. Voor weinig geld is deze te voorzien van een modem, waarmee contact kan worden gemaakt met externe netwerken. De mogelijkheden van PC's nemen nog steeds toe. De meest recente ontwikkeling is die van multimedia op de PC. Daarmee kan bewegend beeld (TV of filmbeelden) en geluid worden weergegeven. Het gevolg is dat mensen hun PC in toenemende mate voor dezelfde dingen gaan gebruiken als de huidige consumentenelektronica, zoals televisie, radio en CD-speler. De toekomst brengt een elektronisch thuissysteem mee, dat IT en consumentenelektronica integreert en langs die weg steeds meer mogelijkheden biedt. Dit thuissysteem kent stations in diverse vertrekken, die dienen voor werk of ontspanning. Er zijn kamers om virtual reality-films te beleven of om naar muziekweergave te luisteren. Het systeem regelt de energievoorziening en de klimaatbeheersing van het huis en helpt bij de privé-administratie.

Communicatie
Netwerksystemen van bedrijven en thuissystemen zullen tot integratie van de diverse soorten communicatie leiden. Alle bestaande vormen van telecommunicatie door middel van telefoon, televisie, radio en datacommunicatie zullen uiteindelijk integreren in één wereldwijd netwerk, dat zeer grote hoeveelheden digitale gegevens kan verplaatsen. De benaming hiervoor is de elektronische snelweg. De elektronische snelweg zal alle rechtstreekse telecommunicatie tussen mensen en computersystemen en alle uitwisseling van elektronische gegevens ondersteunen. De infrastructuur van het netwerk zal waarschijnlijk bestaan uit een wereldwijd glasvezelnet, dat zeer grote hoeveelheden gegevens kan transporteren. In aanvulling op het glasvezelnet verzorgen lokale stations en satellieten de mobiele communicatie.

Afbeelding 1.4 De wereldwijde IT-infrastructuur.

Media
Voor de medialeveranciers houdt het ontstaan van de elektronische snelweg en van de thuissystemen nieuwe commerciële mogelijkheden in. Zij kunnen namelijk de inhoud van kranten, tijdschriften, boeken, naslagwerken, CD’s, radio en tv-uitzendingen elektronisch via het netwerk aanbieden. Hetzelfde geldt voor computersoftware zoals programma’s en spelletjes. In plaats van een CD te kopen zoekt de klant thuis in de elektronische catalogus een symfonie van Brahms uit en bestelt deze bij een medialeverancier in het netwerk. De leverancier verzorgt dat de symfonie via het netwerk in elektronische vorm aan het thuissysteem van de klant wordt gezonden. Het thuissysteem regelt dat de symfonie in de huiskamer uit de luidsprekers klinkt. Een aanzet tot deze ontwikkeling is Video on Demand. De klant hoeft overigens niet passief te kijken en te luisteren naar wat de medialeveranciers aanbieden. De leverancier biedt de produkten aan als interactieve documenten, waardoor de gebruiker tijdens het afspelen zelf kan bepalen in welke volgorde hij het document gebruikt, of hij het gebruik tijdelijk stopt, of delen ervan herhaalt. De klant betaalt voor deze dienstverlening. We gaan ervan uit dat de klant in principe betaalt voor het gebruik – desnoods voor eeuwig gebruik – en niet voor het bezit van de documenten. Dit betekent dat de leverancier de documenten uitzendt voor directe weergave door het thuissysteem en geen elektronische kopie verzendt voor opslag en gebruik op het thuissysteem. De huidige vorm van televisie- en radio-uitzendingen – het continu uitzenden via de ether en de kabel – zal op termijn verdwijnen. In plaats daarvan zullen medialeveranciers informatie, films en muziekstukken op bestelling uitzenden naar het thuissysteem of het mobiele systeem van de klant.

Immateriële produkten worden op deze manier echt immaterieel, want de materiële gegevensdragers zoals we die nu kennen zullen voor een belangrijk deel verdwijnen. Denk in dit verband aan een boek voor een roman, een CD voor een muziekopname of een videoband voor een film. De leveranciers van berichten, inlichtingen, romans, artikelen, muziek, films en lesmateriaal zullen in de toekomst deze immateriële produkten via de elektronische snelweg rechtstreeks presenteren op de thuissystemen van hun klanten.

Samenwerking
De wereldwijde IT-infrastructuur zal worden gerealiseerd door nauwe samenwerking tussen de leveranciers van IT en consumentenelektronica, de medialeveranciers en de telecommunicatiebedrijven. Nu al zien we de eerste samenwerkingsverbanden tussen deze bedrijven. Uiteindelijk zal er één informatie- en communicatie-industrie ontstaan, die zich richt op het inrichten en exploiteren van de IT-infrastructuur en het leveren van de immateriële produkten.

De IT-infrastructuur vergt omvangrijke investeringen in computersystemen en netwerken. De elektronische snelweg moet een zeer hoge transmissiecapaciteit hebben. Mensen en bedrijven moeten in staat zijn wereldwijd multimediadocumenten aan elkaar aan te bieden en naar elkaar uit te zenden en te verzenden. De huidige netwerken zijn hiervoor nog niet toereikend. Om deze redenen zal de realisatie van een wereldwijde elektronische snelweg en het wereldwijde computernetwerk minimaal 15 tot 25 jaar in beslag nemen.

 

1.2.3 Van gegevens via documenten naar realistische objecten

De mogelijkheden de werkelijkheid weer te geven door middel van gegevens in de vorm van alfanumerieke velden zijn te beperkt. Deze gegevensvorm bestaat slechts uit 26 letters, 10 cijfers en enkele speciale tekens. Daarmee is het alleen mogelijk een bepaald soort formele gegevens, zoals kenmerken, korte omschrijvingen en getallen vast te leggen en over te dragen. Het grootste deel van de gegevens die op dit moment in de computersystemen van bedrijven zijn vastgelegd, bestaat uit (een binaire codering van) deze alfanumerieke gegevens, met alle beperkingen van dien. De huidige trend om toepassingen objectgeoriënteerd te ontwikkelen zal doorzetten. In de komende jaren zullen elektronische gegevens in de vorm van alfanumerieke velden worden omgevormd naar elektronische objecten zoals teksten, tekeningen en beelden. In deze objecten worden zowel de inhoud (de gegevens) van een object als het gedrag (de programmatuur) van het object bijeengehouden en in binaire code vastgelegd. Het gedrag omvat de functies voor onder meer het weergeven van de inhoud van het object op schermen, het bewerken van het object door de gebruiker en het opslaan van het object in een database. Deze objecten hebben door hun wijze van presenteren een veel hogere realiteitswaarde.

Afbeelding 1.5 Toenemende realiteitswaarde elektronische gegevens.

De toename in realiteitswaarde hangt mede samen met de ontwikkeling van de gebruikersinterfaces van computersystemen. De terminals van centrale systemen en ook de eerste generaties PC’s zijn voorzien van een Character User Interface (CUI) waarop presentatie van een beperkt aantal alfanumerieke velden of eenvoudige tekst mogelijk is. Inmiddels is de Graphical User Interface (GUI) populair aan het worden, vooral nu veel PC-bezitters zijn overgestapt naar het gebruik van Microsoft Windows. Via deze GUI krijgt de gebruiker opgemaakte tekst, tekeningen, stilstaand beeld en geluid gepresenteerd. Sinds de introductie van multimedia beginnen gebruikers hun PC uit te breiden met interfaces voor de presentatie van bewegend beeld (video) en stereogeluid en voor het bewerken en synthetiseren van beeld en geluid. De GUI wordt zo uitgebreid tot een Multimedia User Interface (MUI).

Multimedia
Multimedia is een verzamelnaam voor de technologie die zich bezighoudt met de geïntegreerde verwerking en presentatie van alle vormen van elektronische gegevens zoals tekst, beeld en geluid. Multimedia werkt met elektronische documenten die al deze vormen van elektronische objecten kunnen bevatten. Multimediadocumenten bieden dan ook veel meer mogelijkheden dan de gangbare alfanumerieke gegevens, omdat ze naast teksten en tekeningen ook geluid en stilstaand en zelfs bewegend beeld in combinatie kunnen bevatten. Dit sluit uiteraard veel beter aan op het zien en het horen van mensen. Dit maakt multimediadocumenten heel geschikt voor het overdragen van kennis.

De overgang naar multimedia heeft ook gevolgen voor de interactie tussen gebruiker en computer. Bij de conventionele toepassingen met een CUI bepaalt de toepassing welke alfanumerieke velden op het scherm komen en wat de gebruiker mag invullen. De gebruiker krijgt maar in beperkte mate de mogelijkheid de volgorde van de benodigde schermen zelf te bepalen. De GUI en vooral de MUI geven de gebruiker op dit vlak meer vrijheid. De toepassing is een elektronisch document met daarin elektronische objecten zoals teksten en tekeningen. De gebruiker neemt deze documenten in gebruik en kan de objecten die erin staan bewerken. De gebruiker krijgt daarbij niet alleen meer interactiemogelijkheden, maar ook meer vrijheid zelf de volgorde van zijn werk te bepalen.

Virtual reality
De realiteitswaarde van elektronische objecten kan op termijn nog verder worden verrijkt. De informatietechnologie die dit mogelijk maakt heet virtual reality. Virtual reality richt zich op realistische elektronische objecten die de gebruiker een bepaalde situatie zo reëel mogelijk laten beleven. Deze situatie kan kunstmatig gecreëerd zijn of op een andere plaats of tijd zijn opgenomen dan de plaats of de tijd van weergave. Op termijn streeft men naar het realiseren van de Human User Interface (HUI). Dat is een interface die zeer nauw aansluit bij de menselijke zintuigen en motoriek. Daarmee zal de gebruiker nauwelijks een andere werkelijkheid ervaren dan die welke de computer via de interface(s) aanbiedt. Het gezichtsvermogen en het gehoor vragen daarbij om een realistische driedimensionale weergave van beeld en geluid. De tast-, warmte-, evenwichts- en bewegingszin vragen simulatie van beweging, druk en warmte. Ook de aansluiting van de computer op de menselijke motoriek zal daarvoor aanzienlijk moeten worden verbeterd. De huidige toetsenborden en muizen zijn daarvoor ontoereikend. Voorts kan aan simulatie van reuk en smaak worden gedacht.

Virtual reality spreekt sterk tot de verbeelding. Het kent een aantal belangrijke toepassingsmogelijkheden. Mensen kunnen met die techniek op afstand met elkaar communiceren alsof ze een persoonlijk gesprek hebben en bij elkaar aan tafel zitten. Operators kunnen op afstand processen volgen alsof ze er zelf bij staan. Gebeurtenissen in de werkelijkheid kunnen achteraf levensecht worden nagebootst. Ook kunnen ze vooraf levensecht worden gesimuleerd. Het is verder mogelijk werkelijkheden weer te geven die voor onze eigen zintuigen onzichtbaar, onhoorbaar of ontastbaar zijn. Denk aan infrarood- of röntgenfoto’s. Speciale apparatuur kan zulke werkelijkheden wel waarnemen en registreren. Een dergelijke verborgen werkelijkheid noemen we een hyperrealiteit.

Virtual reality kan een belangrijke bijdrage leveren aan het succesvol doormaken van leerprocessen. Mensen leren het beste door dingen zelf als ervaring door te maken. Helaas is dat zelf ervaren in de dagelijkse realiteit niet altijd zonder gevaar. Met behulp van virtual reality kunnen mensen zonder fysiek gevaar ervaringen opdoen door ze zelf schijnbaar mee te maken. Dit is bijvoorbeeld al het geval bij vluchtsimulatoren.

Directe communicatie
De beste manier om kennis over te dragen is niet via boeken of elektronische objecten, hoe realistisch ook, maar nog altijd via het directe persoonlijke contact tussen mensen. Lichaamstaal, gebaren, de gesprekssfeer verrijken de communicatie. De dialoog tussen mensen is een goede ondersteuning voor het gezamenlijk bedenken en ontwerpen van nieuwe dingen. Met telefoon of beeldtelefoon is de directe telecommunicatie tussen mensen op verschillende locaties mogelijk. Wanneer twee of meer personen op deze wijze op afstand met elkaar overleggen of vergaderen, spreekt men over teleconferencing of videoconferencing. Als de personen die met elkaar communiceren bovendien via het netwerk en de werkstations over en weer in elkaars documenten kijken, kan men de communicatie nog verder verrijken. De ene deelnemer schetst bijvoorbeeld een ontwerp dat de andere deelnemer vervolgens aanvult.

Groei van gegevens en kennis
Multimedia en virtual reality bieden een enorme uitbreiding van mogelijkheden. De rijkdom aan elektronische gegevens overtreft die van alle oudere vormen van gegevensvastlegging. Multimedia en virtual reality versterken daarmee een reeds langer bestaande trend: de groei van de hoeveelheid vastgelegde gegevens waarover wij kunnen beschikken.

Afbeelding 1.6 Groeiende hoeveelheid beschikbare gegevens.

In de evolutie van de mensheid zorgt de uitvinding van het schrift voor de eerste groei van de beschikbare vastgelegde gegevens. De uitvinding van de boekdrukkunst, rond 1440, zorgt voor verdere groei. De verbeterde verspreiding van informatie via boeken vergroot de kennis van de mensen. Steeds meer mensen gaan zelf nieuwe kennis opbouwen en in boekvorm verspreiden. Die groeiende wetenschappelijke en technische kennis leidt in de vorige eeuw tot de industriële revolutie. Deze industriële revolutie draagt op haar beurt bij tot een verdere versnelling van de verspreiding van informatie en de groei van kennis. Vooral in de afgelopen 150 jaar zien we het groeitempo van de beschikbare gegevens steeds sneller toenemen.

De informatierevolutie zal dit groeitempo opnieuw versterken. En dat terwijl velen het huidige tempo niet meer of met veel moeite kunnen bijhouden. Misschien valt het mee, wanneer we in aanmerking nemen, dat de representatie van vastgelegde gegevens door middel van virtual reality technologie een grotere realiteitswaarde zal hebben. Onze kennis over en inzicht in situaties, zoals de werking van processen en organisaties, wordt vergroot door een meer realistische weergave ervan. We zullen IT ook moeten gebruiken voor het ordenen van en selekteren uit de grote hoeveelheden gegevens waarover we kunnen beschikken. Het aanbod zal veel groter zijn dan we kunnen overzien. Veel opgeslagen gegevens zijn nu al nauwelijks toegankelijk en daarmee feitelijk onbruikbaar geworden. IT helpt ook gegevens op velerlei gebieden beter met elkaar te associëren. Dit is een uitstekend hulpmiddel, zowel om nieuwe kennis te ontdekken en aan te leren als om bestaande onjuiste kennis te ontdekken en af te leren.

 

1.2.4 Van formeel naar informeel en creatief

Door de hiervoor beschreven ontwikkelingen zal het karakter van zakelijke computertoepassingen sterk veranderen. De huidige toepassingen van bedrijven hebben een uitgesproken formeel karakter. De gegevens zijn voornamelijk alfanumerieke velden en de processen zijn formeel voorgeschreven in de vorm van programma’s. De gangbare ontwikkelmethoden versterken dat formele karakter, door te streven naar bewijsbaar goede programma’s en naar consistentie van de gegevens in databases. Deze werkwijze geeft aan de informatica een rationeel en mechanistisch karakter. Nieuwe ontwikkelingen in de IT brengen hierin verandering. Door multimedia kunnen naast gestructureerde gegevens ook ongestructureerde gegevens worden opgeslagen, toegankelijk gemaakt en op speelse wijze aan elkaar gerelateerd. Hierdoor kan de mens minder formeel en meer intuïtief gaan werken.

De komende jaren zullen er naast specifieke bedrijfsgebonden maatwerktoepassingen steeds meer generieke toepassingen komen. Zij zullen de informele en creatieve werkzaamheden gaan ondersteunen. Maatwerktoepassingen ondersteunen medewerkers bij het uitvoeren van specifieke taken, terwijl generieke toepassingen medewerkers ondersteunen bij algemene vormen van werken en samenwerken. Voorbeelden van generieke toepassingen zijn tekstverwerkers, tekenpakketten en software voor electronic mail en teleconferencing.

De nieuwe toepassingen ondersteunen niet alleen de routinematige bedrijfsprocessen. De huidige formele toepassingen zijn vaak gericht op automatisering van routinewerk, waarbij de computer de medewerker vervangt. Nieuwe toepassingen zijn veel meer gericht op ondersteuning van formele en informele werkzaamheden, op onderlinge samenwerking van medewerkers en op creatief werk, zoals het ontwerpen van een nieuw produkt. De nieuwe toepassingen zijn niet zozeer bedoeld om mensen te vervangen en de efficiency te vergroten, maar vooral om de mensen meer mogelijkheden te geven hun werkzaamheden creatief en effectief uit te voeren.

 

1.2.5 Van programma naar object

De gangbare wijze van ontwikkelen van software gaat ingrijpend veranderen. Het instructie-voor-instructie schrijven van programma’s gaat verdwijnen. Door toepassing van de objectgeoriënteerde werkwijze zal software in de toekomst niet meer bestaan uit complete pakketten of uit monolitische maatwerksystemen, maar uit losse generieke en specifieke softwarebouwstenen die we objecten noemen. Deze objecten laten zich op allerlei manieren kopiëren, modificeren en combineren tot complete toepassingen.

Leveranciers zullen in de toekomst pakketsoftware in de vorm van losse bouwstenen aanbieden. De gebruiker koopt niet langer één groot pakket voor tekstverwerking, zoals het huidige Microsoft Word of WordPerfect, met daarin bijvoorbeeld een tekenpakket en gereedschappen voor opmaak van de tekst. Nee, de gebruiker kiest zelf de benodigde generieke objecten (teksten, tekeningen) die hij in zijn elektronische documenten wil gebruiken. Hij koopt de losse ‘onderdelen en gereedschappen’ voor functies zoals tekstverwerking, tekenen, en pagina-opmaak. Hij stelt zelf daarmee zijn eigen pakket samen. Een gebruiker die veel tekent, koopt extra tekengereedschappen en een gebruiker die in diverse talen werkt, koopt extra gereedschappen voor vertalen en spellingcontrole.

Er zullen in toenemende mate specifieke software-objecten als bouwstenen te koop zijn waaruit de ontwikkelaar de maatwerksoftware in een specifieke branche samenstelt. Denk bijvoorbeeld aan elektronische objecten die bij uitstek geschikt zijn voor specifieke toepassingsgebieden zoals financiële instellingen, administratieve organisaties of procesbesturing in de industrie.

Programmeren wordt een taak van de softwarefabrieken, die de software leveren voor de specifieke en generieke objecten. In plaats van programmeren gaat de ontwikkelaar of misschien de gebruiker zelf maatwerktoepassingen samenstellen uit objecten. Wanneer bepaalde objecten ontbreken, bestelt men een nieuwe component bij de softwarefabriek. De generieke objecten ondersteunen de algemeen voorkomende werkzaamheden, zoals tekstverwerking, electronic mail en teleconferencing. Door combinatie van specifieke en generieke objecten worden toepassingen samengesteld met een gemengd formeel en informeel karakter. Slechts een enkel specifiek object in deze samenstelling zal exclusief gemaakt moeten worden ten behoeve van die toepassing.

Het gevolg is, dat computersystemen in de toekomst minder structuur en meer infrastructuur bevatten dan de huidige centrale systemen. Niet alleen de infrastructuur aan apparatuur, netwerken en basissoftware is veel uitgebreider; ook de toepassingssoftware bestaat in de toekomst voor het grootste deel uit een verzameling van generieke software(bouwstenen) die de algemene werkzaamheden ondersteunt. Slechts voor een beperkt deel bestaat de toepassingssoftware uit gestructureerde bedrijfsspecifieke software(bouwstenen). Daardoor zal het tempo waarmee toepassingen worden ontwikkeld en aangepast, sterk toenemen. Tot voor kort namen de mogelijkheden van de apparatuur sneller toe dan die van de software. De nieuwe objectgeoriënteerde werkwijze neemt een belangrijke rem op de verdere groei van de toepassingen weg.

 

1.2.6 Samenvatting

De ontwikkeling van de interfaces naar een steeds meer op de menselijke zintuigen en motoriek afgestemde mens-computerinteractie maakt het steeds eenvoudiger met computers te werken. De formele zakelijke toepassingen, die een gerichte expertise van de gebruiker vereisen, ontwikkelen zich tot toepassingen, die het informeel en formeel werken van alle medewerkers ondersteunen. Interactieve multimediadocumenten maken gegevensvormen mogelijk die voor iedere consument toegankelijk zijn. Virtual reality zal realistisch aandoende elektronische objecten opleveren, waar iedereen mee kan werken.

 

Afbeelding 1.7 De groeiende marktomvang van IT.

Tegelijkertijd groeit het bereik van de toepassingen. In bedrijven maken op dit moment de conventionele terminalnetwerken met een centrale computer plaats voor interne netwerken bestaande uit werkstations voor de medewerkers en ondersteunende computers. Ook ontstaan externe netwerken tussen de computersystemen van bedrijven. Een volgende fase vormt de elektronische snelweg die in de nabije toekomst bedrijven en particulieren zal verbinden. Mensen zullen thuis beschikken over een thuissysteem in de vorm van een netwerk dat allerlei apparatuur in huis verbindt. In de toekomst zal het netwerk voor de gebruikers volledig transparant worden. Iedereen kan, zonder zich om het netwerk te bekommeren, door middel van de uitgebreide gebruikersinterface van zijn computer werkelijkheden die zich op andere plaatsen en andere tijden afspelen, laten weergeven.

Deze trends houden in dat de markt voor IT nog sterk in omvang kan toenemen. De hoeveelheid computer- en netwerkapparatuur, de hoeveelheid toepassingen en vooral het aantal gebruikers zullen nog een enorme groei doormaken.

vorigvolgende
website: Daan Rijsenbrij