3.1 Inleiding
Door het aanbod van nieuwe informatietechnologie
(IT) en de voortdurende groei van netwerken
zal de rol van IT in bedrijven verder
groeien. Uit de actuele ontwikkelingen op dit gebied zullen de komende
jaren innovatieve toepassingen
voortkomen, die de bedrijfsvoering
krachtiger en over een breder front ondersteunen. In dit hoofdstuk gaan
we uit van de technologie en geven we een beeld van de groeiende rol
van IT en netwerken in bedrijven. We schetsen een aantal vormen die
de nieuwe toepassingen zullen gaan aannemen.
De ontwikkeling van netwerken heeft grote invloed op de vorm van de
toepassingen. In dit hoofdstuk komt het onderwerp 'netwerksystemen'
dan ook veelvuldig aan de orde. Netwerksystemen bieden een prima infrastructuur
om werken en samenwerken van mensen in een bedrijf
te ondersteunen. Voor netwerksystemen waarvan de toepassingen zich specifiek
richten op het samenwerken van mensen in organisaties,
gebruiken we de naam coöperatieve systemen (Collaborative
Systems).
Een coöperatief systeem is een netwerksysteem
dat bestaat uit twee lagen. De onderste laag is de technische infrastructuur,
opgebouwd uit een netwerk van computers
(werkstations en servers) en overige technische voorzieningen, zoals
computergestuurde machines en andere apparatuur. De tweede laag is een
netwerk van toepassingen dat wordt gedragen door de technische infrastructuur.
Afbeelding 3.1 Een coöperatief systeem
De menselijke organisatie die
het coöperatieve systeem gebruikt, vormt een derde laag. De mensen verrichten
met behulp van het coöperatieve systeem hun werkzaamheden, zoals het
werken met gegevens, het met elkaar
communiceren en samenwerken, en het besturen van hun onderlinge samenwerking.
De intermenselijke organisatie is zelf een netwerk van mensen, die samenwerken
in allerlei formele en informele samenwerkingsverbanden.
Het geheel van bedrijfsprocessen
dat een bedrijf met behulp van een coöperatief systeem uitvoert, is
op afstand gezien een nauwe samenwerking tussen drie lagen, die ieder
voor zich een samenwerking zijn van respectievelijk mensen, toepassingen
en apparatuur
In paragraaf 3.2 komt vooral het coöperatieve aspect aan de orde.
We laten zien hoe de menselijke organisatie op de bovenste laag bij
het onderling samenwerken gebruik kan maken van de toepassingen en de
technische infrastructuur op de twee onderste lagen. We beschrijven
dit voor:
- samenwerkende bedrijven of autonome delen van bedrijven;
- informeel samenwerkende mensen, zoals teams en belangengroepen.
Bij deze vormen van samenwerking belichten we vooral het organische
aspect van de organisatie, dat is het flexibel en in onderling overleg
samenwerken van mensen in organisaties.
In paragraaf 3.3 verschuift het accent van de organisatorische invalshoek
naar de informatietechnologische invalshoek. De nadruk ligt op de ondersteuning
die IT-toepassingen mensen
geven bij het besturen en uitvoeren van specifieke bedrijfsprocessen.
We laten diverse manieren zien waarop IT mensen helpt bij het uitvoeren
van hun werkzaamheden. De nadruk ligt hierbij op formeel voorgeschreven
bedrijfsprocessen en IT-toepassingen. Hierbij schrijft men tevens de
mensen in belangrijke mate voor hoe zij moeten werken. Daarmee komt
het mechanistische aspect van de organisatie meer naar voren. Overigens
laten we zien dat formeel voorgeschreven bedrijfsprocessen, ondanks
een duidelijk 'mechanistisch' karakter, toch zeer flexibel kunnen zijn
ingericht.