Het boekje dat voor u ligt bevat een filosofische beschouwing over
de rol van de automatisering in onze moderne samenleving.
De essentie van de verhandeling - getiteld Automatisering: vloek
of zegen - is uitgesproken op 10 december 1993 als inaugurele oratie
in het kader van de aanvaarding van een bijzonder hoogleraarschap in
de bedrijfsinformatica.
In de hoofdstukken 'Inleiding' en 'Voorgeschiedenis'
wordt een beeld geschetst van de problematiek tot heden. In de hoofdstukken
'De zuigkracht van de computer', 'De
computer op ons pad naar Zelfkennis' en 'De
schoonheid in automatiseren' worden enkele aspecten belicht die
de woorden vloek en zegen wat meer praktische inhoud geven. In het hoofdstuk
'Hoe staan we ervoor?' wordt het heden geëvalueerd.
In de hoofdstukken 'Waar gaat dit naar toe?'
en 'Tot besluit' worden toekomstige kansen
en bedreigingen verkend.
In de bijlagen A en B
worden literatuuropsommingen gegeven van vakinhoudelijke respectievelijk
beschouwelijke aard. In bijlage C wordt een
toekomstbeeld geschetst hoe idealiter een studierichting Bedrijfsinformatica
eruit dient te zien. Bijlage D bevat een
korte kanttekening betreffende de taakopvatting van het hoogleraarschap.
Mijn wetenschappelijke scholing heb ik doorlopen in de theoretische
fysica van 1965 tot 1975, afgerond met een proefschrift waarvoor een
zeer grote hoeveelheid computerinspanning was vereist. Mijn wat diepergaande
belangstelling voor de automatisering moge blijken uit het feit dat
ik reeds toen drie stellingen1)
toevoegde met betrekking tot het gebruik van computers.
Het bereiken van dit hoogleraarschap kan worden gezien als een bekroning
op de wetenschappelijke kant van mijn werkzaamheden; werkzaamheden in
een enigszins andere richting dan de discipline (de theoretische fysica)
waarmee ik in 1975 de Vrije Universiteit verliet. Ik heb daarom de behoefte
middels een aantal stellingen in bijlage E
mijn nieuwe, meer gerijpte, inzichten over computers en automatisering
te verwoorden. Trouwens nu, met ingang van dit academisch jaar, de verplichting
van de stellingen bij een academisch proefschrift ook op de Vrije Universiteit
is losgelaten, zou het goed zijn om dit bij inaugurele oraties aan te
bevelen. Op die manier kunnen hoogleraren hun mening expliciet en bondig
aan de gemeenschap overbrengen.